Onze minister van Financiën reist nu de hele halve Arabische wereld af om leningen aan te gaan en bedrijven te interesseren om investeringen te doen in Suriname. Op zich is het tweede – het uitnodigen van investeerders – een zeer positieve zaak. De wereld afreizen om Suriname te overladen met leningen, daar staan wij niet achter, tenzij de inkomsten die uit die lening binnen korte termijn voortvloeien de lening overtreffen. De investeerders staan in de rij om zaken te doen in Suriname, dat is het verhaal van de vaderlandse politici. Onbegrijpelijk als je nagaat dat Suriname wereldwijd tot de meest investeringsonvriendelijke landen ter wereld behoort. Ten minste als je afgaat op de Ease of Doing Business Index. Een verklaring waarom landen toch in de rij zouden staan, ondanks een investeringsonvriendelijk klimaat, zou te maken kunnen hebben met de zeer voordelige voorwaarden, waaronder zaken in Suriname kunnen worden gedaan. Dan denken we aan het nagenoeg afwezig zijn van strenge milieuwetgeving. Ook denken we aan een zeer zwakke controle en zeer zwakke controleorganen. Bijvoorbeeld, we weten nooit zeker in Suriname wat geëxporteerd wordt naar het buitenland en wat niet. Ook kan veel buiten de regels om geregeld worden in Suriname, de corruptie is hoog. Bovendien maken we in Suriname niet vaak mee dat functionarissen hun ontslag nemen, omdat ze het oneens zijn met het beleid van de regering of omdat ze weigeren mee te werken aan ongeoorloofde zaken als corruptie. Voor malafide bedrijven zijn dat allemaal pluspunten om toch zaken met een land te doen. Bovendien verdient Suriname niet veel aandacht in de internationale media. Wanneer multinationals zich misdragen in Suriname, kennen Surinamers en de Surinaamse vakbonden de wegen niet om CNN, BBC en Al Jazeera hiernaartoe te halen. Dus veel internationale imagoschade kan je niet oplopen in Suriname. De vraag rijst wat er op het ministerie van Financiën gebeurt als de minister op reis is. Wordt er nog gewerkt door de ambtenaren? De ervaring leert dat de hogere ambtenaren en de leidinggevenden minder ijverig zijn als de minister van huis is. Nu is het zo dat onze minister van Financiën heel vaak op pad is, hij is vaker uit dan thuis. Het vermoeden bestaat dat de uitlandigheid van onze superminister, die ook nog schijnt te staan boven de andere bewindslieden, de productie op Financiën niet stimuleert. Zo staan er al jaren enkele wettelijke hervormingen op het vlak van de financiën en de belastingen op agenda. Deze wetten komen niet van de grond. De belastinghervorming en de belastingverschuiving van direct naar indirect komt niet van de grond. De productiviteit op het gebied van de belastingen komt niet van de grond. Er schijnt nog steeds een behoorlijke verspilling plaats te vinden wanneer het gaat om het ophalen van de loon- en inkomstenbelasting en de omzetbelasting. De informele sector is groot en wordt met rust gelaten. Het gevolg is dat een deel van de burgerij formeel werkloos is, maar daadwerkelijk inkomsten heeft en geld besteedt in de economie. De bijdragen anders dan via bestedingen is verder nihil. Deze ondernemers en werknemers dragen wel bij aan het tegengaan van de armoede van de burger, maar niet aan de armoede van de Staat zelf. Dus terwijl de minister van Financiën de hele halve wereld afreist, blijft een aantal fundamentele zaken onopgelost…waardoor we steeds achter de feiten aanhollen. Omdat de minister een aantal Arabische landen afreist, moeten we toch een aantal opmerkingen maken. Minister, kies uw vrienden zorgvuldig en let u goed op uzelf. We moeten ons lidmaatschap bij de OIC goed uitbuiten, maar op Saoedisch territorium kan men ongestraft high profile figuren liquideren. We verwijzen naar het geval van de vermoorde Saoedische journalist Jamal Kashoggi. De man ging op het consulaat in Istanboel documenten ophalen om te kunnen trouwen. De journalist werd direct bij aankomst gewurgd. Binnen een kwartier was de man in stukjes gesneden. Schoorvoetend heeft het Saodische koningshuis toegegeven dat de man is vermoord. Men wast de handen in onschuld. Maar steeds meer komt stukjes bewijs naar boven, waaruit blijkt dat de opdracht vanuit het Saoedische koningshuis is gegeven. Zaken doen met Saoedi Arabië is dus in principe zaken doen met personen die recent een moord op hun geweten hebben. Kijk ook naar de miljoenen mensen in hongersnood door de bombardementen op alles wat beweegt in Jemen. De Amerikanen geven daar niets om, ze kijken naar hun winst. Wat zullen wij doen als kleine speler op het wereldtoneel? Opvallend is dat onze minister niet in Qatar is geweest. Komt dat omdat Saoedi Arabië en zijn vrienden in de Arabische wereld ruzie hebben met dit modern en welvarend land? Het kan zijn dat straks in de VN als uitvloeisel van besluiten van de Veiligheidsraad gestemd moet worden over de moord gepleegd op een journalist in een Saoedische consulaat. Suriname (Buza) moet zich alvast hierover beraden.