Suriname heeft een relatieve hoge ziektelast met betrekking tot chronische ziekten (zowel overdraagbaar als niet-overdraagbaar). Het gaat om cardiovasculaire aandoeningen die bijvoorbeeld kunnen leiden tot nierziekten kunnen als gevolg hebben een verhoogde vraag naar nierdialyse, hetgeen in principe een kostbare behandeling is. Hetzelfde kan gezegd worden van kanker, verschillende vormen van tweede- en derdelijns zorg bij hiv-aids, zeldzame ziekten etc.
Hart- en vaatziekten echter zijn doodsoorzaak nummer 1 in Suriname. Sinds 1931 is mortaliteit hierin het hoogst geweest. Sterfte vanwege diabetes mellitus blijkt door de jaren heen ook flink toe te nemen. Waar in 2005 ruim 171 mensen aan overleden, was het getal in 2011 ongeveer 251.
President Desi Bouterse heeft heel helder zijn bezorgdheid geuit over de situatie binnen de gezondheidszorg tijdens zijn jaarrede. Er zijn echter geen concrete maatregelen aangekondigd door de president, anders dan een maatregel om maatregelen uit te zoeken.
De aanpak van niet-overdraagbare aandoeningen wordt zoals opgenomen in het strategisch plan 2015-2020, volgens de begroting van het ministerie van Volksgezondheid in 2019 voortgezet. In 2019 zal dit plan geëvalueerd worden ter voorbereiding van een nieuw strategisch plan. Extra aandacht zal besteed worden binnen de eerstelijnszorg op het gebied van preventie. Een nationale NCD board (Bureau voor Niet-Overdraagbare Aandoeningen) zal worden geïnstalleerd om zodoende de doelstellingen voor dit programma te kunnen bereiken. Voor ziektebestrijding en preventie denkt de overheid dit keer SRRD 237 miljoen uit te geven, aan onderzoek en ontwikkeling ongeveer SRD 3 miljoen, terwijl voor institutionele versterking SRD 155 miljoen wordt gereserveerd.
In 2009 werd 60,5% van alle sterfgevallen (3035) aan 10 belangrijkste mortaliteitsoorzaken toegeschreven. Hart- en vaatziekten en diabetes mellitus behoren tot de topdoodsoorzaken. Daarnaast zijn externe oorzaken (ongevallen en geweld) en psychische stoornissen ernstige gezondheidsproblemen niet weg te denken.
Een studie uit 2005 wees uit dat 29% van de doodsoorzaken te wijten was aan hart- en vaatziekten, 11% was gelegen aan externe oorzaken (ongevallen en geweld). 21% van de Surinamers stierf aan andere aandoeningen. Hoewel er landelijk meer vrouwen zijn dan mannen, blijken juist meer mannen te sterven. In 2005 zijn 1800 mannen overleven en 1300 vrouwen, waarvan 518 mannen en 393 vrouwen aan hart- en vaatziekten.
Kavish Ganesh