Rob van den Bergh: “Doing business op klein eiland als Curaçao vereist nodige voorbereiding”

Welke businessperspectieven bestaan er tussen Suriname en Curaçao? Deze vraag stond woensdagavond centraal tijdens de bijeenkomst van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in de ballroom van Marriott. Dit werd voornamelijk gehouden in verband met het bezoek van de Association of Dutch Caribbean Economists. Daarbij gaf de econoom Rob van den Bergh, die overigens vanaf 1985 meer dan 500 projecten heeft uitgevoerd in het Caribisch gebied, een uiteenzetting van de economische mogelijkheden op Curaçao. “In feite houdt de Dutch Caribbean Economists zich ook bezig met de internationale economie. We zijn de laatste tijd behoorlijk actief als economische club. Zo zijn we dit jaar onder andere begonnen met het schrijven van wetenschappelijke artikelen voor de lokale nieuwsmedia. Ook zijn we begonnen met een lezingencyclus voor studenten zodat ze weten hoe de economie van Curaçao in elkaar zit.”
Van den Bergh merkt op dat Suriname 365 keer groter is dan Curaçao, echter is het eiland wel driemaal rijker dan Suriname. “Wij hebben een veel groter toeristische sector. Als we dit met Aruba vergelijken valt het nog bijzonder tegen op Curaçao. Als we 2010 en 2017 vergelijken, is het allemaal niet voor de wind gegaan, vooral qua werkgelegenheid.” Ook het beoefenen van landbouwactiviteiten verloopt ietwat moeizaam, mits het op een geavanceerde manier plaatsvindt. “Het klimaat is dusdanig op het eiland dat zaken zoals landbouw heel moeilijk is vanwege de droogte.” Van den Bergh stelt dat zowel Suriname als Curaçao gekenmerkt worden door een kleine markt, waarbij de mogelijkheden om nieuwe producten op de markt te brengen geen gemakkelijke opgave is. Vaak is dit bovendien relatief duurder.
Ondernemers moeten overigens rekening mee houden dat doing business op een klein eiland enige mate van voorbereiding vereist. Zo dienen dergelijke landen over voorraden te beschikken. “Curaçao heeft bijvoorbeeld een ijzer-, hout- en cementboot. En die boten komen 4 keren per jaar naar Curaçao. Dus als je ijzer wilt bestellen voor constructiewerkzaamheden, dien je dat tijdig te doen. De boot komt namelijk pas na 3 maanden weer langs. Dat is lastig als je daarop niet goed anticipeert.” Het ontplooien van niche- en toerismeactiviteiten is überhaupt zeer gunstig op Curaçao. Zo was de introductie van de ‘tax holiday’ niche zeer succesvol; de bedrijven hoefden namelijk geen winstbelasting/invoerrechten te betalen wat resulteerde in 2 industrieën die van de grond kwamen op dit eiland.
Naar zeggen van Van den Bergh wordt de economie van Curaçao sterk bepaald door de internationale financiële dienstverlening. “Curaçao is op dit ogenblik nog een hele kleine speler in het geheel. De thuismarkt is niet groot; als je wilt groeien, moet je exporteren. En dat is vaak lastig om te doen.” In de optiek van de econoom zijn investeringen vanuit de overheid welkom, mits dit de private sector triggert om ook investeringen te plegen. “De overheid moet het liefst heel erg transparant en voorspelbaar zijn; wanneer je investeringen pleegt, moet je vooraf weten wat jou over 5 tot 10 jaren te wachten staat. “Ik vind dat Suriname en Curaçao veel meer met elkaar te maken hebben; we voelen en snappen meer van elkaar. En dat is een positief signaal om samen te werken”, aldus Van den Bergh.
KSR

error: Kopiëren mag niet!