Door de vondst van grote olievoorraden voor de kust van de Guyana vormt het Guyanabassin een hotspot voor de wereld. De One Basin Three Nations Initiative (OBTN) wil uitzoeken hoe de drie Guyana’s kunnen inspelen op huidige en toekomstige offshore olievondsten. Rond dit centraal onderwerp vindt het One Basin Three Nations (OBTN) Seminar over de olie- en gasindustrie plaats op vrijdag 26 oktober 2018 in de Royal Torarica Ballroom.
Aan de voorbereiding van dit seminar nemen 15 organisaties deel, waaronder ook de Surinaamse overheid en NV Havenbeheer Suriname. Het initiatief wil bewustwording creëren rond het gegeven van nieuwe de mogelijkheden in de oliesector. “Wat doe je als je olie hebt gevonden?”, stelt Harvey Bijnaar, motor achter dit seminar.
De organisatie zal ook een samenwerkingsmodel presenteren tijdens het seminar. Er zal gekeken worden naar goede voorbeelden in de wereld, voor het opgang krijgen van positieve ontwikkelingen in het land. Dit wordt door Leopoldo Henriquez ter discussie gesteld. Daarnaast zal er ook aandacht besteed worden aan de transitie van niet duurzame (conventionele) naar duurzame (hernieuwbare) energie. De opening van het seminar wordt gedaan door minister Regilio Dodson.
De duurzame exploitatie van onze natuurlijke hulpbronnen vervullen een voorname rol in de positionering van Suriname binnen internationale economische relaties en binnen het kader van internationale veiligheid. Het is belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat Suriname als onderdeel van de internationale gemeenschap een steeds belangrijkere rol te vervullen heeft in de geopolitieke, de geo-economische en de geostrategische belangen van de hedendaagse wereld.
Volgens de United States Geological Survey is er momenteel ruim 13.6 miljard barrels olie en 32 triljoen kubieke voet natuurlijke gas in het Guyana-Surinamebekken.
Het feit dat het Suriname-Guyanabekken een astronomische olievoorraad blijkt te hebben, impliceert dat ons land van strategische betekenis is voor de garandering van de energiezekerheid van de wereld. Het Suriname-Guyana-bekken wordt bovendien door internationale olie-experts getypeerd als de op één na grootste locatie voor ’s werelds olievoorraden. Suriname moest echter nog een olievondst op haar naam krijgen. Zowel OBTN als organisaties die eerder soortgelijke initiatieven hebben ondernomen, beseffen dat Suriname, en met name Surinaamse bedrijven nog niet gereed zijn, om deel te zijn van de nieuwe ontwikkelingen. Staatsolie bijvoorbeeld heeft enkele maanden terug, middels een soortgelijke bijeenkomst, dit ook bevestigd door een uitgebreid onderzoek uit te voeren.
Ondernemers stellen bij zulke bijeenkomsten echter dat zij nog geen reden zien om zich voor te bereiden op de offshore olie-industrie (gezien er in Suriname nog geen olie gevonden is). Experts zijn echter van oordeel, dat Suriname zich liever nu voorbereidt. Dit om op het moment van een olievondst meteen in te kunnen spelen op vraag en aanbod rond de oliesector. Henriquez voegt hieraan toe, dat indien Suriname geen olie vindt, het land zich dan nog kan voorbereiden, aangezien de olie-industrie in Guyana ook heel wat business kan betekenen voor Surinaamse ondernemers.
Het Suriname-Guyanabassin staat momenteel in de belangstelling van exploratie- en exploitatiemaatschappijen in ons off-shore gebied. De aanwezigheid van Kosmos Energy, Hess, Chevron, Apache Oil, Noble Energy, Stateoil, Tullow Oil, Petronas, etcetera, is een reflectie van de oliebelangen van landen. Ofschoon na circa vijftien (15) jaren explorerend onderzoek naar olie in onze diepzee door grote olieconcerns er nog geen olievondsten zijn gedaan, zijn er wel reeds duidelijke manifestaties van te verwachten successen, die onomstotelijk vastliggen. President Desi Bouterse stelde in zijn laatste jaarrede: “Er wachten ons wellicht op korte termijn grootse ontwikkelingen. Maar voor het bereiken hiervan dienen wij er zorg voor te dragen dat deze ontwikkelingen van duurzame aard zijn en vreedzaam verlopen”.
Kavish Ganesh