Sociale media vormen een onlosmakelijk onderdeel van het leven in deze eeuw. Je bent altijd en overal met iedereen verbonden. Een berichtje komt binnen op je smartphone. Je wilt direct weten van wie het is en waar het over gaat. We willen gezien, gehoord en gekend worden. Sociale media voorziet in deze behoeftes. Tegelijk zorgt sociale media voor frustraties bij ouders en opvoeders. Het stelt ouders voor de uitdaging om hun kinderen te leren hoe om te gaan met vriendschap, communicatie en contact. Kinderen hebben de begeleiding van de ouders hierbij nodig. Pas als je als ouder weet wat er aan sociale media op het kind afkomt, kun je bepalen welke vaardigheden, grenzen en richtlijnen ze nodig hebben om goede keuzes te maken. Dit is leeftijdgebonden.
Van 0 tot 12 jaar: Lang voordat jouw kind op sociale media gaat, hebben ze jouw voorbeeld al gezien. Ze zien hoe snel je reageert als je mobiel een geluidje geeft, hoe vaak je hem pakt en op welke momenten. Ze zien dat jij al rijdend in de auto zit te bellen. Het kind let op jou en heeft de neiging om jouw voorbeeld na te doen. Bijvoorbeeld als jij je telefoon aan tafel opneemt, zal hij het ook doen. Denk niet dat je pas met sociale media opvoeding begint als je kind zijn eigen mobiel heeft. Jouw gedrag legt de basis voor zijn gedrag op sociale media al vroeg vast. Door het spelen met andere kinderen leren kinderen belangrijke levenslessen: samenwerken, op je beurt wachten, omgaan met winnen en verliezen, ruzie maken en het weer goed maken, emoties herkennen enz. Via sociale media kan hij/zij deze dingen niet leren omdat ze de non-verbale communicatie missen. Ze moeten ervaren hebben wat een compliment of belediging doet om dit online te herkennen. Daarom hebben kinderen tot hun twaalfde jaar fysiek en direct contact met anderen nodig. Laat het kind tot die tijd dus zo veel mogelijk spelen met vrienden. Ik heb het ontzettend toegejuicht toen ik op het journaal hoorde dat een school in Nederland ertoe was overgegaan om de mobieltje tijdens school uren te verbieden. Zo wilden ze de kinderen dwingen meer te spelen.
Veel kinderen lijken al jong heel handig met apparaten en techniek om te gaan. Iets technisch kunnen bedienen, betekent echter nog niet dat je er goed mee weet om te gaan. Het omgaan met sociale media is iets waar een ouder zijn kind voor moet klaarstomen en in moet begeleiden. Bedenk dus ruim van te voren wat je als ouder belangrijk vindt, welke regels je wilt hanteren en hoe je wilt dat hij met sociale media omgaat. De basisregels stel je al op bij je eerste kind zodat die ook gelden voor de volgende kinderen. Bedenk van te voren welke sociale media hij mag gebruiken en bespreek hoeveel tijd hij daaraan per dag mag besteden en op welke momenten. Leer hem nadenken over wat hij wel of niet online plaatst, wie hij wel of niet in zijn contacten plaatst.
12 tot 18 jaar: De meeste gesprekken tussen ouders en tieners over sociale media worden vaak gevoerd op momenten van frustratie. Je hebt bijvoorbeeld al drie keer gezegd, ‘ga je huiswerk maken’ en nog steeds zit hij naar zijn beeldscherm te kijken. Je wordt boos en gaat preken. Soms heb je haast en ben je gestrest, veel emoties, frustratie en stress zijn niet de beste ingrediënten voor een constructief gesprek met je kind. Ook al lijkt je tiener soms onbereikbaar, je hebt nog steeds veel invloed en hij heeft jouw coaching nog hard nodig. Tot ongeveer 12 jaar kun jij je kind veel leren. Hij is net een spons, die alles wat hij ziet, hoort en meemaakt in zich opzuigt. Hij stelt nog weinig kritische vragen en neemt veel van je aan. In de loop van de tienerjaren verandert je rol langzaam van ‘leraar’ naar ‘coach’, want je tiener krijgt een eigen mening en neemt niet zomaar meer alles van je aan. De kunst is hem zelf aan het denken te zetten en hem stapje voor stapje te laten groeien in eigen verantwoordelijkheid. Als je wilt dat je kind je serieus neemt wat betreft sociale media, zorg dan dat je een open, positieve houding hebt en weet vooral waar je het over hebt. Negatief gedrag nodigt niet uit tot een leuk gesprek. Als je kind de indruk krijgt dat je niet veel van snapt van sociale media, zal hij weinig waarde hechten aan wat je zegt en ook niet zo vlug naar je toegaan met een vraag. De ene tiener is gevoeliger voor groepsdruk en beïnvloeding dan de ander. De ene kan makkelijker zijn smartphone wegleggen terwijl de ander al in de stress schiet bij het idee onbereikbaar te zijn. Houd daar rekening mee, ken hun karakters.
De patronen die kinderen van jongs af aan gewend zijn, houden ze het gemakkelijkst vol. Ongewenste patronen hebben de neiging om ongemerkt je gezin binnen te sluipen. Bijvoorbeeld beïnvloeding van vrienden. Een kind kan zich gaan vervelen zonder beeldscherm. Als hij geen beeldscherm mag gebruiken, kan hij roepen, ‘maar wat moet ik dan?’ Leer hem om te sporten, hobby’s te hebben waar hij op kan terugvallen. Leer hem dat het leven meer inhoudt dan smartphones en sociale media. Maak tijd en aandacht voor elkaar bijv. tijdens de maaltijden. Zo leert het kind dat er vaste tijden zijn dat de smartphone uit moet.
Zelfbeheersing is de vrucht van de geest. De meeste volwassenen vinden het al moeilijk om de prikkels van sociale media het hoofd te bieden. Voor een tiener is dat nog moeilijker. Daarom heeft een tiener duidelijke afspraken en grenzen nodig omdat zij zelf gewoon nog niet in staat zijn om die sterke prikkels te weerstaan.
De problemen die verrijzen rond de sociale media zijn legio: tieners die elkaar fotograferen en elkaar ermee op sociale media chanteren, het plaatsen van ongewenste, schokkende of nep berichten( dus misbruik) enz. Hiervan mag de sociale media niet de schuld krijgen, want die heeft meer voor dan nadelen. De mens is zelf debet aan de nadelen en het misbruik. Sociale media is een must in deze tijd, we hebben het nodig en kunnen er niet meer zonder. We moeten alleen maar leren om er op een goede, verantwoordelijke manier mee om te gaan.
“Het doel van de ware opvoeding is intelligentie plus karakter”
Josta Vaseur