Advocaat Maureen Nibte heeft donderdag professor A., hoofd van het DNA-laboratorium, op de zitting als getuige a-decharge laten horen in de levensberovingszaak van de KFC-manager Majorie Willems. In deze moordzaak is er een DNA-onderzoek gedaan, althans DNA-sporenonderzoek, op de voorwerpen die zijn gebruikt bij het misdrijf. De verdachten, Chawilla R. en Shaquille B., staan elk terecht voor de brute moord op het slachtoffer. Op het beeldmateriaal is te zien dat de verdachte eerst een ijsbreker gebruikt, daarna een verstelbare sleutel en op het laatst een hamer. Er is een bemonstering, dus een swab, gestuurd naar het laboratorium. Dit onderzoek werd gedaan om te zien of de DNA van de verdachten op die voorwerpen voorkwamen. Ook is een uitgeknipte witte lange broek, die één van de daders kennelijk aan had, alsook het handvat van de brandkast, het handvat van de deur van de opslagruimte voor onderzoek opgestuurd naar het lab. Op geen van deze voorwerpen is er een mengprofiel aangetroffen. Volgens de deskundige zijn alleen enkelvoudige profielen van het slachtoffer gevonden.
De raadsvrouw vroeg aan de deskundige hoe het mogelijk is dat er geen DNA c.a. mengprofiel is gevonden op die voorwerpen. De deskundige antwoordde dat bloed een heel sterke DNA is en het overheerst op alle DNA-sporen. Het vermoeden bestaat dat de bemonstering die is opgestuurd kennelijk ook bloeddruppels had. Op al deze voorwerpen zijn er enkelvoudige DNA -profielen. De verdachte Chawilla heeft gebruikgemaakt van haar zwijgrecht. Zij had in eerste instantie bij de politie bekend. Maar daar heeft de advocaat twijfels over. Volgens de raadsvrouw is de DNA van haar cliënt vooralsnog op geen van de moordwapens gevonden. Na het verhoor van deze getuige stelde kantonrechter Siegline Wijnhard de zaak uit naar 15 november. Op die dag komt het OM met haar strafvoorstel. De verdachten blijven tot dan aangehouden.
Saskia Bandhan