‘Ongehuwd samenwonen, de tijd van vrijblijvendheid is voorbij.’ Dit was het thema tijdens de kennisrijke bijeenkomst van de Surinaamse Juristenvereniging (SJV) op donderdagavond in de ballroom van Torarica. Daarbij gaf de Nederlandse notaris Aniel Autar, stof tot nadenken over de positie van concubinerenden in het nieuw Surinaams Burgerlijk Wetboek. Steeds meer individuen kiezen ervoor om buiten wettelijke regelingen een relatie op te bouwen. Een huwelijk brengt namelijk juridische verantwoordelijkheden met zich mee, terwijl dat bij samenwonen niet het geval is. Afgezien van andere mogelijke grondslagen, verdient de Surinaamse wetgeving ook aandacht voor dit fenomeen vooral hoe de trend van samenwonen enorm aangewakkerd is. Dit kwam duidelijk naar voren tijdens de presentatie van Autar.
Geregistreerd partnerschap veel in trek bij hetero’s
“Het relatierecht bevat wettelijke en buitenwettelijke regelingen. Een huwelijk en geregistreerd partnerschap vallen onder de wettelijke regelingen, terwijl wilde samenlevers (levensgezel/medehuurder), een samenlevingscontract en levenstestament tot de buiten wettelijke regelingen gerekend worden.” Alhoewel het geregistreerd partnerschap initieel bedoeld is voor homoseksuelen, wordt deze relatievorm opmerkelijk veel gehanteerd door hetero’s. “In 2000 werd het huwelijk opengesteld voor homoseksuele stellen. Mijn ervaring als notaris in Nederland is dat het geregistreerd partnerschap veel gebruikt wordt door heteroseksuele mensen die het huwelijk niet willen gebruiken.”
Vergoeding instellen bij einde concubinaatschap
Doordat het concubinaatschap niet vrijblijvend is, zou de mogelijkheid geboden moeten worden voor het in aanmerking komen voor een vergoeding, indien er sprake is van een samenlevingscontract (vormvrij), redelijkheid en billijkheid, natuurlijke verbintenis en ongerechtvaardigde verrijking. “Dit, ook zonder wettelijke regelingen. De rechters en advocaten zouden daarop moeten toezien.”Autar vindt het overigens betreurenswaardig dat de Surinaamse overheid een beperkte wetgeving heeft voor zowel de heteroseksuele als homoseksuele relaties. Hij hoopt dat daarin een aanpassing komt. Hij is voorts van mening dat de rechters niet moeten discrimineren tussen een gehuwde partner en een partner in concubinaatschap. “De rechters moeten niet de wet toepassen, maar recht spreken. Ook de advocaten mogen wat meer lef tonen; men moet zich inspireren door internationale ontwikkelingen”, aldus de notaris.
KSR