Advocaat Irvin Kanhai heeft woensdag de rechter gevraagd om de verdachte Cheng L. te ontslaan van alle rechtsvervolging, omdat hij in noodweer c.q. noodweer exces heeft gehandeld. Getuigen hebben gezien dat het slachtoffer de verdachte eerst heeft bekogeld en stelselmatig met de dood heeft bedreigd. De verdachte heeft uit zelfverdediging gehandeld en heeft op het slachtoffer geschoten. In deze zaak heeft het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Astrid Niamat, doodslag bewezen geacht. Zij eiste tegen de verdachte een celstraf van 10 jaar met aftrek. Aan de verdachte wordt verweten dat hij op 15 oktober 2016 het slachtoffer Xianzhoa Huang van het leven heeft beroofd. Het slachtoffer vertoonde een schotverwonding aan zijn linkerborst. In deze zaak heeft de vervolging verklaringen van getuigen alsook de verklaring van de verdachte als bewijs gehanteerd. Zij kwam niet tot het bewijs voor moord, maar wel voor doodslag. Ten aanzien van de tenlastelegging heeft de vervolging de rechter gevraagd om met voorbedachten rade te willen doorhalen, zoals in de dagvaarding is vermeld. Zij vroeg tijdens haar requisitoir om de tenlastelegging te wijzigen. Het motief van dit incident is ruzie over geld en drugs. De verdachte zegt dat het slachtoffer SRD 30 van hem eiste. Volgens de verdachte had hij de verdachte reeds eerder SRD 50 gegeven. Het slachtoffer bedreigde de verdachte met een misdrijf tegen het leven gericht. Hij begon het slachtoffer te bekogelen met stenen. Echter werd hij niet geraakt. Uit boosheid haalde de verdachte een pistool tevoorschijn en schoot op het slachtoffer. Volgens de verdachte had hij niet de intentie om het slachtoffer te doden, daar het slachtoffer zijn vriend was. Op die bewuste dag was de verdachte onder invloed van drugs. Hij heeft jaren met een wapen gelopen, omdat hij vaker plekken heeft bezocht waar drugs worden verhandeld. De levensberoving is het gevolg van een ogenblikkelijke gemoedstoestand. Het OM eiste een straf van 10 jaar en teruggave van zijn mobiele telefoon. Gedurende zijn detentie wordt de verdachte door de dienst FMZ psychologisch begeleid.
Kanhai deed het verzoek om de verdachte voorlopig in vrijheid te stellen. De advocaat verzocht de rechter om de wijziging niet toe te laten. Hij is de mening toegedaan dat de vervolging de wijzigingen schriftelijk dient te doen. Of zij kon die dagvaarding laten en een andere dagvaarding vervaardigen en via de griffier aan het gerecht en vervolgens aan de verdachte verstrekken. Hij concludeerde daarom dat de verdachte vrijgesproken dient te worden c.q. dat hij in vrijheid moet worden gesteld. Ten aanzien van het tweede punt zei de raadsman dat de officier niet ontvankelijk moet worden verklaard. Zij zegt zelf dat dat de levensberoving het gevolg is geweest van een ogenblikkelijke gemoedstoestand. Op basis van deze stelling van het OM concludeerde de raadsman dat het OM niet ontvankelijk moet worden verklaard. Kanhai heeft zich beroepen op ontslag van alle rechtsvervolging. Indien de rechter daarmee niet akkoord mocht gaat, verzocht hij de magistraat de straf zodanig te willen mitigeren dat de verdachte spoedig naar huis mag gaan. Op 19 december komt de vervolging aan het woord. Zij moet nog reageren op de technische verweren van de raadsman. De verdachte blijft aangehouden.
Saskia Bandhan