UTZS: “Op basis waarvan komt men aan belastingtarieven vrachtwagens?”

De Unie van Truckhouders en Zwaarmaterieel in Suriname (UTZS), onder leiding van Nizaam Ozir, is zeer ontstemd over de aankondiging van de Rij- en Voertuigenbelasting. Per 1 januari 2019 bedragen de kosten voor de truckhouders (afhankelijk van de tonnage) tussen de SRD 465 en SRD 4.390. Wat bij Ozir vooral niet door de beugel kan, is dat deze bedragen zonder de sector te raadplegen, is genomen. “In dit land doet men wat men wil; er wordt geen zeggenschap geboden om problemen gezamenlijk op te lossen. Wat ons nu is voorgeschoteld, is schrikbarend en niet werkbaar!”, zegt Ozir in gesprek met Dagblad Suriname. In zijn optiek leveren de truckhouders ook een bijdrage aan de economie van Suriname, waardoor het onacceptabel is om deze doelgroep zulke exorbitante kosten op te leggen. Hoe de inning hiervan zal plaatsvinden, is voor UTZS onduidelijk. “De kosten liggen aan de hele hoge kant. Heeft men gedacht om een optie eraan te koppelen om de kosten in termijnen te voldoen?”
Ozir beklemtoont dat hij niet tegen de herinvoering van de Rij- en Voertuigenbelasting is, maar wel tegen de hoogte van de vastgestelde bedragen, die in 17 categorieën is onderverdeeld. Hij vindt het overigens absurd dat de deplorabele wegen toegeschreven worden aan de vrachtwagens. “De trucks rijden meestal in het binnenland en die wegen worden nauwelijks hersteld. De vrachtwagens komen dus niet op de Maagdenstraat of Domineestraat terecht. Dus waar heeft men het over?” Volgens Ozir dient de regering rekening te houden met de precaire situatie waarin het volk zich bevindt. Het opleggen van zowel de government take op brandstof als de Rij- en Voertuigenbelasting is een zeer snode daad. “Als de regering een toezegging doet voor een salarisverhoging moeten ze dit niet afwentelen op de hardwerkende burgers”, aldus Ozir.
KSR