De politiek moet de kwestie van de onderhandelingen tussen Suriname en de multinational Alcoa volgens politicus/parlementariër Raymond Sapoen ontdoen van alle emoties. “Ik begrijp dat wij een klein land zijn en de multinational al bijna 100 jaar hier actief is. Dit heeft onder meer zijn sporen achtergelaten. Het wordt moeilijk om aftand te nemen, maar je kunt iemand die al voor de deur op vertrek staat, niet tegenhouden. Dit, vooral gezien de multinational geen winbare bauxietreserves hier heeft”, meent Sapoen.
De politicus benadrukt dat dit de manier is waarop zaken aan toegaan in de extractieve industrie. Op het moment een bedrijf geen winsten meer in het vooruitzicht heeft, zal die de deuren verwachtbaar sluiten. “Je praat over miljarden investeringen. Als je geen winst kunt maken, is het verloren geld”, stelt Sapoen.
Enkele politici hebben aangekaart dat de regering in deze kwestie, en met name de vertolker van de resultaten van de onderhandeling (vicepresident Ashwin Adhin), meer de taal van Alcoa sprak in plaats van het Surinaams belang voorop te stellen. Delen van het parlement stellen dat Alcoa door het vroegtijdig beëindigen van de Brokopondo Overeenkomst wanprestatie heeft gepleegd. Daarop zou de regering moeten inspelen. Sapoen stelt echter dat de Brokopondo Overeenkomst precies dit deel mist. “De overeenkomst voorziet niet in een vroegtijdige beëindiging, dan pas wanneer partijen weer aan tafel gaan. Dat de operaties stoppen, geeft niet aan dat men wanprestatie pleegt. Dit is de beperking waar de vicepresident het over had”, stelt Sapoen.
De parlementariër hoort ook vaak politici in het openbaar vragen als inderdaad de beste mensen zijn ingezet om te onderhandelen met Alcoa. “De mensen die de documenten hebben gelezen, weten heel goed dat zowel van nationale zijde, als internationale, er een batterij aan expertise aan het werk is gezet om de delegatie bij te staan. Dan neem ik het niet op voor de presidentiele commissie. Dat blijkt uit de feiten”, voert Sapoen aan.
Waar Sapoen ook moeite mee heeft, zijn de insinuaties waaruit zou moeten blijken dat de regering het bedrijfsbelang aan het behartigen is of anderen er rijker van zijn geworden. “Maar niemand (niet Santokhi, niet Jogi, niet Rusland) kan een issue aandragen, waaruit blijkt dat het Surinaams belang verkocht is. Men moet issues zoals energie, ontmanteling, de dam aan de orde stellen, waaruit blijkt dat niet de onderste uit de kan is gehaald. En dan aangeven om beter naar te kijken. Dat is een rationele en praktische benadering. Wanneer je dat niet doet, is het schieten op iets waarvan je niet weet waar het over gaat”, aldus Sapoen.
Kavish Ganesh