De president van Suriname heeft uiteindelijk zondag het grootopperhoofd van de Saramaccaners geinstalleerd. Dat betekent dat de regering de granmang in de administratueve sfeer heeft gebracht zoals het gebruik is. Over het proces en de rechtmatigheid van de benoeming zullen we het niet hebben, wel over de visie die het grootopperhoofd heeft over het eigen volk. Gezegd moet worden dat de granman wel degelijk een behoorlijk inauguratierede heeft voorgehouden aan zijn gehoor. Als inauguratiemoment heeft de granman ervoor gekozen om niet de diepte in te gaan en beschuldigende vingers te wijzen. Maar op den duur is dat onvermijdelijk, omdat het binnenland het centrum is van de voltrekking van de corruptie en koehandel in Suriname. De straffeloosheid in relatie tot de corruptie voltrekt zich in het binnenland, de binnenlandbewoners genieten er niet van maar de stedelingen rondom en in de regering wel. Het binnenland wordt vernietigd en vervuild en de bevolking wordt achtergehouden en vergiftigd. De granman heeft enige speerpunten opgenoemd waaronder beschermen van de eigen leefomgeving. De vraag rijst waartegen en tegen wie de bescherming nodig is. Doelt hij op politieke concurrentiestrijd in het binnenland of doelt hij op de vernietiging van het milieu in het binnenland? De woonomgeving en de leefomgeving zijn alle twee in het binnenland bedreigd. Alhoewel het de gemeenschappen zelf zijn die aangeven of ze tribale gemeenschappen zijn of niet (en niet de regering), lijkt het er veel op dat de indringing van het moderne leven en ICT ervoor hebben gezorgd dat de gemeenschappen hun tribale karakter hebben verloren. Meer nog, er zijn gemeenschappen die niet de intentie hebben om een tribale gemeenschap te zijn, maar vestigingen te zijn vergelijkbaar met die van bijvoorbeeld van de Britsch-Indische immigrangen en de Javanen. Er is een vraag naar landrechten, maar concreet willen gemeenschappen grondpapieren zoals de andere burgers in het land. Er zijn veel natuurlijke hulpbronnen in het binnenland die door allerlei bonafide en malafide bedrijven legaal en illegaal worden geexploiteerd. Vrijwel alle activiteiten hebben een vergiftigend effect en maken het milieu van deze gemeenschappen kapot en vergiftigen ook de burgers die daar wonen. De vergiftiging heeft een invloed op het aparte bestaan en de middelen van bestaan van deze gemeenschappen. De gemeenschappen hun woon- en leefomgeving en de concessiegebieden overlappen elkaar, er ontstaan conflicten. Wat kilometers verder aan vervuiling in het water wordt losgelaten, heeft zijn effect veel verderop. De granman verwees naar de dieren en schoon water, allebei worden ze vernietigd. De granman haalde een zelden besproken probleem in het binnenland aan en dat is dat van de voedselzekerheid. Er is hier en daar sprake van ondervoeding onder de kinderen. Deze problematiek is onbesproken en staat niet op de agenda van de politieke partijen. Wat in dit kader ook belangrijk is, is de invloed van droogte en overstromingen en plagen veroorzaakt door bijvoorbeeld mieren op de voedselproductie. Er zijn geen duurzame oplossingen voor deze problemen, maar we zien dat het NCCR hulp moet coordineren wanneer er problemen plaatsvinden. Eenheden uit de stad worden dan ingezet, terwijl hier en daar ‘locals’ betaald willen worden voor hun arbeid in tijden van calamiteiten. De granman benadrukte ook dat de levensvreugde van zijn gemeenschap behouden moet blijven. Deze levensvreugde wordt bedreigd ook door het indringen van de bedrijven en ondenemers in het gebied. Dit verdeelt de gemeenschappen en creert ruzie en vijandigheid in de gemeenschappen. Verraders zijn ook in de gemeenschappen gemakkelijk gevonden die slaaf worden van het kapitaal. De granman merkte in zijn betoog ook op dat de afstammelingen van contractarbeiders hun vrijheid pas zagen toenemen in 1975 met de onafhankelijkheid van Suriname. We weten niet in hoeverre deze vaststelling klopt. De granman zegt dat zijn gemaanschap vandaag ten prooi valt aan een systeem dat milieuvernietiging en dat komt neer op onderdrukking van hele bevolkingsgroepen. De granman liet in het midden wie verantwoordelijk is voor ‘het systeem’ van mileiuvernietiging. Behoorde de regering die hem heeft ingesteld zich aangesproken te voelen. Het bewijs van de vernietiging ziet de granman in de vele internationale verdragen over milieubescherming en rechten van tribale volkeren en mensenrechten in het algemeen. De vraag rijst nog steeds of de granman wel enige nut ziet in deze verdragen of als hij deze verdragen als onderdeel van het onderdrukkingssysteem ziet. De granman verwijt namelijk de ‘de rijke landen elke natie’ dat deze aan de andere landen een samenlevingsmodel opleggen dat eist om de eigen morele waarden en normen, broederschap etc.. te negeren voor financiële vooruitgang. De vraag rijst of de granman hiermee niet de regering een verwijt maakt. De granman lijkt te pleiten voor de internationale verdragen omdat die in lijn zouden zijn met de leefwijze van de tribale volkeren wat betreft o.a. de ‘toegepaste burgerdemocratie’. Opvallend is dat de granman de onderwijsproblematiek in zijn gebied niet aanhaalt en ook niet de problematiek van de gezondheidszorg. Wat ook opvalt, is dat de granman pleit voor een federatieve republiek waar vertegenwoordigers van alle bevolkingsgroepen, los van de politiek, in het parlement (DNA) zitting hebben. Niet alleen de kieswetgeving maar ook de fundamenten van de grondwet zouden hiervoor grondig herschreven moeten worden. De vraag is wel of deze gedachtegang voldoende draagvlak vindt bij de rest van de samenleving. Alhoewel Suriname tribale gemeenschappen kent, is Suriname geen tribale samenleving.