Baggeren Surinamerivier te allen tijde te financieren
Om lokale bestaande en toekomstige bedrijven te laten profiteren van een mogelijke olievondst voor de kust van Suriname, is volgens de algemeen directeur van Staatsolie, Rudolf Elias, van belang te voldoen aan een belangrijke voorwaarde: het uitbaggeren van de Surinamerivier. Dit bleek op de informatiebijeenkomst van Staatolie (7 augustus 2018) het belangrijkste onderwerp van discussie te zijn. Indien de Surinamerivier onbegaanbaar is voor grote schepen, zal dit ertoe leiden dat oliemaatschappijen ander kustbasissen zullen uitkiezen om hun goederen en diensten aan te schaffen. Suriname mag in dat geval niet rekenen op grote lokale investeringen, vanwege het wegblijven van het belangrijkste onderdeel van haar infrastructuur (begaanbaarheid van de Surinamerivier).
HI&T-directeur Reina Ravales gaf tijdens de paneldiscussie aan ervan bewust te zijn wat er gebeurt. Zij geeft aan dat haar ministerie volledig staat achter het idee van baggeren. “Echter is het besluit ver boven mijn salarisniveau”, stelt de directeur. Staatsolie werd gevraagd waarom zij de kosten van het baggeren niet op zich neemt, als blijkt dat de rivier een zodanig belangrijke rol zou vervullen in Suriname via de olie-industrie. “Er is nooit iemand die ons gevraagd heeft om de kosten van bet baggeren op ons te nemen en het is niet de taak van Staatsolie om te baggeren. Het is de taak van de overheid om infrastructureel werk te doen. Wij zijn 100% aandeel van de Staat Suriname. Als zij dat graag wil financieren via Staatsolie, moet daartoe een mogelijkheid zijn. De rivier baggeren is echter niet iets dat puur Staatsolie ten voordeel komt. Het iets dat heel Suriname benefit. Zeker nu de bauxietindustrie niet meer dagelijks de grote boten door de vaargeul heeft, slibt de Surinamerivier steeds meer dicht. Wij krijgen steeds minder diepgang. Het baggeren van de rivier en het onderhouden is niet een taak van een oliemaatschappij”, vertelde Elias. Volgens Elias zou er met de overheid moeten worden gepraat over het belang van een baggerproject. Als er naar financiering gezocht moet worden voor het project, kan Staatsolie daarbij helpen.
Er zijn een heleboel studies gedaan over het uitbaggeren van de rivier. Ook in de tijd van de bauxietsector en daarna. “Het is ten alle tijden te financieren. Het is te financieren uit de boten die in en uit de Surinamerivier gaan. Geld is niet het probleem. Het probleem is dat er een procesdossier moet komen. Het project moet getrokken worden door de overheid. De rivier is niet van een ondernemer of van Staatsolie. Het is van de Staat Suriname. De autoriteiten moeten reguleren. Die regulering moet opgang gezet worden”, aldus Elias.
De rivier moet met een halve meter worden gebaggerd om alvast wat vaargeuldiepte te hebben. Het plan achter de hand moet echter gaan tot additioneel 2 meter baggeren, voor schepen met een diepgang van 8 tot 10 meter. Volgens Elias is dat economisch ook verantwoord.
Eerder deze week kwamen ook de directeuren van de NH Havenbeheer, NV VSH, en Kosmos Energy Suriname uit met hun statement rond de noodzaak voor het baggeren. Havenbeheer verwacht prijsaanpassingen, terwijl VSH de economie aangetast ziet worden. Kosmos aan de andere kant maakte kenbaar dat zij jaarlijks 5 miljoen Amerikaanse dollars in Trinidad uitgeeft in haar olie exploratiefase op Surinaams territoir (geld dat in beginsel in Suriname kon worden uitgegeven als ons infrastructuur dat toeliet.
Kavish Ganesh