Er is een gerucht gaande dat de regering van plan is om een veelbekeken programma van een voormalige Juspol-minister en huidig DNA-lid van Abop (Belfort) stop te zetten, vanwege het aanzetten tot rassenhaat. Eerst willen wij aangeven dat het een algemene trend is van deze regering om populaire programma’s die kritisch zijn tegen deze regering, te bestrijden. De regering heeft in het bijzonder problemen als de programma’s een grote luister- c.q. kijkdichtheid hebben en concepten gebruiken waarvan de persman van de regering ervan uitgaat dat alleen hij die beheerst. Het moment er programma’s komen waarin vooral beelden en geluidsmateriaal worden gebruikt, waarin niet op waarheid gebasseerde uitspraken van de regering of politici aan de orde komen, ontstaan er problemen. De presentator van het programma dat men naar verluidt nu wil stopzetten, zegt heel vaak dat de president weg moest lopen uit DNA toen hij kritische vragen stelde. Het is ook opvallend dat zolang men Sranantongo gebruikt in programma’s en men populaire ‘straatuitdrukkingen’ gebruikt, de regering daarmee extra problemen krijgt. In het algemeen moet de regering erkennen dat volgens de grondwet ook in Suriname de vrijheid van meningsuiting geldt. De vrijheid van meningsuiting kent verschillende aspecten en gaat behoorlijk ver. De vrijheid van meningsuiting heeft in de landen waar men er echt in gelooft, de neiging om nagenoeg onbegrensd te zijn. Er is heel weinig om de vrijheid van meningsuiting te begrenzen. Hoe volwaardiger en rijper de democratie, hoe minder beletsels er zijn om deze vrijheid te begrenzen. Hoe autocratischer en minder volwaardig de democratie, hoe meer de regering en anderen en ook de wet grenzen zullen leggen aan de meningsvrijheid. De Surinaamse democratie is onvolwaardig, omdat de pers niet in staat is de grenzen van de vrijheid verder uit te breiden. De pers staat onder druk, vooral in tijden waar de vrije media het durfden om bewijs van corruptie te bespreken en te publiceren. Deze media die corruptie aankaartten, werden ook aangeduid als ‘riooljournalistiek’. Daaraan maakte ook de huidige presentator en DNA-lid van Abop zich schuldig. Er is al vastgesteld dat de media veel zelfcensuur toepassen. De Surinaamse regeringen hebben vaak op gespannen voet met de media geleefd, maar dat is sinds 2010 veel erger. Vooral met foto’s zijn de Surinaamse media heel erg voorzichtig, ze zijn bang om foto’s van politici in compromitterende toestanden te publiceren. De media hebben de vrijheid van meningsuiting niet in de volle breedte en diepte kunnen gebruiken. Dat heeft ook te maken met onze recente geschiedenis waar de Surinaamse regering mediahuizen letterlijk plat heeft gebrand. Ook zijn een mediahuiseigenaar en journalisten in 1982 omgebracht door militairen. De angst zit er nog dik in. Recent waren aanhangers van een partij op het punt publiekelijk edities van een krant in brand te steken. Het is dus niet vreemd dat in Suriname er vanuit de regering een aanval is op de vrijheid van meningsuiting.
En nu de aantijging over het aanzetten tot rassenhaat. Door de minister die Belfort opvolgde (Van Dijk-Silos), is beweerd dat Belfort een racistisch beleid eropna hield op Juspol en dat hij heeft beweerd dat hij niet zou meewerken aan de promotie van geen enkele politiefunctionarissen uit een bepaalde bevolkingsgroep. In de wandelgangen was dat ook het beeld van deze minister, nu parlementarier. De voorzitter van de VHP, een ex-Juspol-minister, was zijn grootste ‘vijand’. Nu zegt Belfort dat deze regering niet houdt van zijn bevolkingsgroep. Die worden weggehaald of ingezet voor het politieke werk (zoals de huidige NDP-fractieleider), maar ze worden niet beloond. Belfort verwees naar de vp en de minister van LVV en ook de ondervoorzitter van DNA. Deze ex-politieman zegt dat hij in zijn praatprogramma alle bevolkingsgroepen in hun taal groet. Belfort verwees ook naar de opvattingen van een andere programmamaker die aangaf dat creolen die actief zijn in de politiek voor de NDP geen politieke of economische belangen hebben, ze doen alles omdat ze van de partij houden of van de partijvoorzitter. De anderen zouden politieke en economische belangen hebben. Er wordt verwezen naar de opdrachten die ene ‘Kries’ zou krijgen van de regering. Ook werd door deze programmamaker beweerd dat NDP-propagandisten die deur aan deur gaan creolen zijn, en dat is een pertinente leugen. Ook zouden deze propagandisten bepaalde kiezers aanmoedigen om op de NDP te stemmen om te voorkomen dat de Hindoestanen veel zetels behalen. Of dat waar is weten we niet. Het verhaal van Belfort is dat deze regering een bepaalde groep wel waardeert en een andere groep niet. Maar hij vergeet te vertellen voor welke doelgroep zijn partij opkomt. De Abop heeft een basis en welke is dat? En hoe voeren zij propaganda? De aantijging dat het programma de etnische snaar bespeelt zou gemakkelijker aannemelijk gemaakt kunnen worden, dan dat het rassenhaat aanwakkert. Van Belfort wordt inderdaad beweerd, al vanaf zijn ministersperiode, dat hij een racistische benadering heeft en bepaalde groepen geen gelijke kansen heeft geboden. Dat is zeer verfoeilijk en achterlijk gedrag en niet gepast in de moderne Surinaamse samenleving, een zaak om zich voor te schamen. Aanzetten tot rassenhaat is een trapje hoger en dat is niet aannemelijk te maken. De etnische kaart wordt immers veel nadrukelijker gespeeld door de mediaman van de regering in zijn praatprogramma.