Er is een foto in een online krant gepubliceerd die gemaakt is tijdens de behandeling van de Alcoa-kwestie die boekdelen spreekt. Er moeten meer van zule foto’s door echte fotojournalisten gemaakt worden die het nieuws ook goed volgen en de actualiteit van de dag begrijpen. We zien een regeringstafel met als centrum de vp, maar als ware concurrent een ondernemer die meer rijkdom bezit dan de vp. De ondernemer lijkt de minister van NH weg letterlijk weg te drukken uit het geheel tijdens een ad hoc overleg gedurende een schorsing althans een moment in DNA. De NH-minister moet bukken en buigen net een kleine jongen om de belangrijke woorden over de Alcoa-kwestie op te vangen, kennelijk om op de hoogte te zijn van de laatste nieuwtjes. De burgerij, de media en ook de DNA hebben geen hoogte wat er allemaal bekokstoofd wordt op het kabinet en op lokaties waar Surinamers en westerlingen elkaar ontmoeten en waar het gewone volk niets van afweet. De oppositie weet in elk geval meer dan het allemaal in DNA bespreekbaar maakt en aan vragen stelt. Naar mate 2020 nadert zal deze regering van de NDP meer ruimte krijgen om beslissingen te nemen, in en buiten DNA, die misschein niet in het belamg zijn van Suriname. Er zijn figuren in de hoogste leiding van de regering, onder de ministers en in en rondom het kabinet die totaal geen respect hebben voor de man van de straat. De man van de straat zijn, is een teken van domheid en achterlijkheid voor hun, een keuze, en voor zulke mensen hebben deze figuren geen respect. De voorzitter van de Alcoa-commissie van de regering heeft meerdere keren bewezen geen respect te hebben voor het ambt van NH-minister, maar ook voor de persoon van de NH-minister. Dat komt zeer waarschijnlijk vanwege het klasseverschil en de wijze waarop de minister besluiten heeft genomen tegenover zijn voormalige partij om op de stoel te blijven zitten en hoe hij steeds meegaat met alle foute zaken van deze regering zoals de scalians-kwestie en de zandafgravingen bij een beschermde kust om er maar enkele te noemen. De huidige NH-minister is het toonbeeld en het symbool van de rekbaarheid en ‘ruggengraatloosheid’. Reden te meer dus om geen respect voor zo een minister. Suriname is no big deal voor enkele burgers in Suriname, de mannen hebben bezittingen en kapitaal in andere landen. Suriname is het voor hen niet waard om serieus te nemen. Suriname wordt momenteel geregeerd als een koffieplantage. Besluiten worden genomen door afwegingen te maken op een heel ander weegschaal. De koffieplantage wordt ook nog verkaveld. Het Surinaamse volk is een bange volk, een laf volk, omdat het een aantal dingen gratis heeft gehad en zijn zaken ook aan hem opgedrongen zoals de onafhankelijkheid. Daar was en is het volk nog steeds over verdeeld, niet dat de onafhankelijkheid moest komen, maar geheel en al over de wijze en de voorwaarden van de onafhankelijkheid. Suriname is een stuurloos land geworden waar de hoogste leiding en het kabinet, vanwege de gevorderde leeftijd en de gebreken die daarmee komen, de energie niet hebben om complexe overlegmomenten te hebben. De diepgang ontbreekt, men werkt ook vaak in de omgekeerde volgorde. Het land is op stationair en men rolt de zaak nu al ‘op neutraal’ naar 2020, ‘dan zullen we weer zien wat het wordt’. Nu is het dus voor deze regering overleven. De moeilijke periode schijnt achter de rug te zijn, de regering heeft niet geschroomd om tegen weerloze demonstranten geweld te gebruiken en eenheden hebben niet geschroomd om doodsmaskers op te zetten. In de Suralco-kwestie moesten er besluiten worden genomen. Elk besluit heeft voor en nadelen, de vraag is waar de focus op zal worden gelegd. Er zijn landen waar de nadruk ten eerste komt te liggen op werkgelegenheid en inkomen. Er zijn landen waar in elke economische discussie het werkloosheidscijfer aan de orde komt. Het is een graadmeter voor het economich beleid. In Suriname worden deze cijfers noch door de coalitie noch door de oppositie genoemd en ook niet door bedrijfsleven, vakbeweging of de VES. Werkgelegenheid en inkomen zorgen voor minder armoede en minder sociale onrust. In Suriname schijnt de werkloosheid hoog te zijn, maar bij geen enkel besluit hoor je de regering zeggen dat ze een besluit hebben genomen om werkgelegenheid te scheppen. Ook in het geval van Alcoa is niet duidelijk voor welke belangen de regering gaat. Er is een zeer ernstig verwijt aan de regering dat ze gaat voor de belangen van malafide en corrupte ondernemers ‘in een onderonsje-constructie’ en geen acht heeft geslagen op de belangen van werkgelegenheid en dus de vaders en moeders die gezinnen hebben te verzorgen. Het is deze overweging die de regering aannemelijk moet maken in haar verhaal. Het volk heeft niets aan ingewikkelde verhalen met Engelse woorden. En de Alcoa-kwestie is geen ingewikkeld vraagstuk en kwestie. Het lijt ingewikkelde omdat de personen en figuren die erin betrokken zijn geen openheid van zaken willen en kunnen geven. Ze hebben meer de neiging om alles te bezitten, zelfs mensen en regeringen. Die hebzuchtige mensen die God noch gebod vrezen hullen de Alcoa-kwestie in een waas van geheimzinnigheid.