Kanhai: ‘Die 15 waren geen zielige slachtoffers’

Het Openbaar Ministerie heeft volgens raadsman Irwin Kanhai niet ontkend dat de 15 slachtoffers in het 8 decemberstrafproces doende waren, samen met het Koninkrijk der Nederlanden en zijn bondgenoten, een regime change te bewerkstelligen. De advocaat zei eerder in zijn pleidooi dat door zijn doortastendheid hoofdverdachte Desi Bouterse in 1982 een buitenlandse militaire invasie heeft voorkomen door de 15 journalisten, advocaten, vakbondsleiders, ondernemers, militairen en universiteitsdocenten te elimineren. “Hij zegt je had ze al in je handen en je had niet zo met ze moeten omgaan. Al het bewijs dat van ons pleidooi, ook de CIA-rapporten over betrokkenheid van de geëxecuteerden, heeft hij niet ontkend. Daarmede geeft hij aan dat die 15 geen zielige slachtoffers zijn van wat er is gebeurd op 8 en 9 december 1982, maar dat zij wel iets in hun hoofd hadden die ze beraamd hadden. Daarmee krijgt die hele zaak in feite een andere dimensie. Vaststaat dat de vervolgingsambtenaar overtuigd is dat de 15 mensen doende waren een regime change te bewerkstelligen. Dat is op zich een goed teken”, zei de raadsman gisteren na afloop van de strafzitting aan journalisten. Kanhai, die nu op 29 oktober de dupliek voor zijn cliënt moet houden, voerde aan dat de vervolgingsambtenaar in zijn repliek over voldoende bewijsmateriaal heeft gezwegen, waarop hij in zijn dupliek genoegzaam zal ingaan.
OM niet ingegaan over manier hervatting strafproces
Kanhai benadrukte dat het opvallend is dat de vervolgingsambtenaar helemaal niet is ingegaan om het punt of de Krijgsraad wel of niet de vrijheid had om het strafproces op zo een manier te hervatten. De Krijgsraad is volgens de raadsman onbevoegd kennis te nemen van de zaken in het 8 decemberstrafproces, omdat zij in 2012, na de aanname van de Amnestiewet, al een eindvonnis heeft geveld toen zij verklaarde de Grondwet niet te kunnen toetsen. Dit vonnis heeft het ‘gezag van gewijsde’ gekregen en is niet voor herziening vatbaar. De advocaat vindt dat het OM in feite opnieuw een vervolging zou moeten instellen, nadat de zaak was geschorst in 2012. “Daarover heeft hij nadrukkelijk gezwegen, omdat de wetgever en jurisprudentie heel duidelijk zijn. Zij mochten dat niet. Er had een nieuwe vordering moeten komen, omdat die schorsing een eindbeslissing was”, aldus Kanhai.
Faisel Rasoelbaks

error: Kopiëren mag niet!