De Krijgsraad is volgens raadsman John Kraag onbevoegd kennis te nemen van de zaken in het 8 decemberstrafproces, omdat zij in 2012, na de aanname van de Amnestiewet, al een eindvonnis heeft geveld toen zij verklaarde de Grondwet niet te kunnen toetsen. Dit vonnis heeft het ‘gezag van gewijsde’ gekregen en is niet voor herziening vatbaar. Kraag vindt daarom dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moet worden voor het verder vervolgen van de verdachte Dick de Bie. De advocaat vindt dat het OM in feite opnieuw een vervolging zou moeten instellen, nadat de zaak was geschorst in 2012. Tegen De Bie is vrijspraak geëist. Volgens Kraag is inderdaad uit niets gebleken dat deze verdachte betrokken is geweest bij de moord van de 15 mannen op 8 december 1982. Hij pleitte subsidiair voor vrijspraak van zijn cliënt.
De Bie ontkent
De Bie heeft gedurende het strafproces steeds ontkend dat hij iets te maken had met de moordplannen en de uitvoering daarvan. Hij was van 1981 tot 1983 als hoofd van de Nationale Voorlichtingsdienst (NVD) verantwoordelijk voor het mediabeleid en de censuur bij de pers. Hij zou op 8 december in Fort Zeelandia zijn geweest en de gedwongen verklaringen van de journalisten Jozef Slagveer en André Kamperveen in Fort Zeelandia hebben opgenomen. De journalisten moesten een verklaring voorlezen, waaruit duidelijk moest worden dat zij met een tegencoup bezig waren. Zij bleken later samen met 13 andere mannen te zijn geëxecuteerd.
OM: De Bie puur vanwege zijn werk en functie in het fort aanwezig
Auditeur-militair Roy Elgin kwam in zijn requisitoir tot de conclusie dat er geen wettig en overtuigend bewijs is geleverd dat De Bie betrokken was bij de moorden. Ook is niet gebleken dat hij adviseur was van toenmalige legerleider en hoofdverdachte Desi Bouterse. Volgens de militaire aanklager was De Bie puur vanwege zijn werk en functie als hoofd van de NVD, als voorlichtingsman van de regering, in het fort aanwezig. De Bie heeft na deze periode ook belangrijke functies bekleed. Zo werd hij in 1996 door president Jules Wijdenbosch benoemd tot minister van Transport, Communicatie en Toerisme.
Faisel Rasoelbaks