Overheidssubsidiebijdrage blijft toenemen

2Overheidssubsidiebijdrage blijft toenemen1
2Overheidssubsidiebijdrage blijft toenemen2Toename van 35% in 5 jaren

Vanwege de economische neergang in de afgelopen periode ging de overheid ertoe over om in mei 2016 een “Stand-by Arrangement Program” met het Internationale Monetair Fonds (IMF) te tekenen. Dit, om de loop naar een geleidelijke stabilisatie van de economie te realiseren. De overheid had een programma voor 2016-2018 uitgezet voor het doorvoeren van noodzakelijke hervormingen met betalingsbalanssteun voor een bedrag van USD 478 miljoen. De eerste tranche van USD 81 miljoen werd in juni gestort bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Hier ging er uiteindelijk niets meer van door. Het IMF werd ‘bedankt’ door de Surinaamse overheid. Behalve het IMF hadden andere multilaterale organisaties, zoals de Wereldbank (WB), de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) en de Caribbean Development Bank (CDB), ook financieringsmiddelen toegezegd om deze overgangsperiode te overbruggen.
Binnen het programma moest een aantal fiscale inkomstenverhogende maatregelen worden doorgevoerd, terwijl de subsidies van de overheid moest worden afgebouwd. Een van de inkomstenverhogende maatregelen was het invoeren van Belasting Toegevoegde Waarde. Het aanpassen van de elektriciteits- en watertarieven zou ook moeten leiden tot extra inkomsten.
Uit de beschikbare data bij het ministerie van Financiën blijkt dat op dit gebied de overheid tot nog toe geen succes heeft kunnen boeken. In het jaar 2012 bedroeg de overheidssubsidie aan haar eigen organisaties in totaal SRD 1.264,3 miljoen. In 2015 was het SRD 1.517,3 miljoen en in 2016 SRD 1.655,5 miljoen. De overheidsbijdrage steeg in 2017 naar in totaal SRD 1.716,5. In vergelijking met 2012 is de subsidiebijdrage van de overheid in 2017 toegenomen met ruim 35%.
Het Ontwikkelingsplan 2017-2021 (OP) stelt dat publieke organisaties een druk leggen op de staatsfinanciën. Een groot deel is voor hun bestaan volledig of grotendeels afhankelijk van deze financiële injecties door de staat. Echter wijst het OP erop dat het vooral gaat om staatsondernemingen, die uitgaan van een ongeldige operationele definitie van “subsidie”. Men gaat voorbij aan de besluitvorming over wat de staatstaken zijn en hoe die te organiseren. Bij het laatste wordt vaak onvoldoende uitgewerkt wat de werkelijke kosten voor de gemeenschap zullen zijn als de uitoefening van een overheidstaak door een particuliere of overheidsentiteit geleverd moet worden.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!