Als ondervoorzitter van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (Vids) had Lesley Artist de ontwikkelingen rond de discussies over het West Suriname project van dichtbij gevolgd. De Vids heeft indertijd haar kanttekeningen geplaatst rond de nadelige gevolgen van dit project op vooral het milieu. “Desalniettemin weten wij dat er heel veel bauxiet ligt in West Suriname. Als wij het eventueel weer kunnen oppakken, zou het een hele boost zijn voor onze economie. Er is heel lang gewacht om een definitief besluit te nemen”, stelt Artist.
De ex-ondervoorzitter van Vids merkt op dat de regering Venetiaan te lang gedaan heeft op het nemen van een besluit. Er is gedraad, waardoor de investeerder zich heeft teruggetrokken. “Ik heb vernomen van bepaalde bronnen dat er weer interesse is in het project. Er zal eventueel naar mogelijkheden gekeken worden om de zaak weer op te pakken”, stelt Artist.
Bauxiet werd meer dan een eeuw gekenmerkt als de kurk waarop de Surinaamse economie dreef. Artist denkt dat onder vernieuwde voorwaarden er voorzichtig gekeken kan worden naar hoe de sector weer kan worden opgepakt. Hij is in ieder geval voorzichtig positief over de opleving van dit project. “Suriname is een jonge republiek. Wij hadden niet zoveel ervaring, met name in de aanpak van de bauxietsector. Ik denk dat wij nu genoeg ervaring in huis hebben om zaken over een ander boeg te gooien. Ik zie het wel slagen”, aldus Artist.
Toen de mijnen in het oosten van het land opraakten, besloten de twee grote mijnbouwbedrijven Suralco, een dochtermaatschappij van het in de Verenigde Staten gevestigde Alcoa en het Engels, Australisch BHP Billiton, die in joint venture verband opereren, om de mogelijkheden tot mijnen in het westen van het land te onderzoeken. Drie inheemse gemeenschappen, te weten Apoera, Washabo en Section, alsmede diverse Trio nederzettingen langs de Corantijnrivier en tenminste een drietal dorpen, met name Tapoeripa, Donderskamp en Corneliskondre aan de benedenstroom van de Nickerierivier, zouden de gevolgen ondervinden van de mijnbouwactiviteiten.
Naast de geplande mijnbouwactiviteiten werden in 2003 de Inheemse gemeenschappen in het westen van Suriname ook geconfronteerd met plannen van Alcoa om een waterkrachtcentrale in Suriname te bouwen. De Surinaamse overheid tekende met Alcoa een MoU om de haalbaarheid te bestuderen voor de bouw van een waterkrachtcentrale in het Kabalebo-gebied. Het stroomgebied van de Kabaleborivier staat rechtstreeks in contact met de Corantijnrivier, waarlangs de genoemde gemeenschappen gelegen zijn.
De Bakhuys bauxietvoorkomens van West Suriname ligt in een gebied van 2800 km2. In dit gebied zit er meer dan 700 miljoen ton bauxiet of wel 300 miljoen ton aluinaarde. Dat is ongeveer 5 keer meer dan Suralco in haar 100-jarig bestaan in Suriname heeft geproduceerd.
Kavish Ganesh