Er is een mooie ontwikkeling gaande in de kipsector. Wij hebben ons kritisch uitgelaten toen de prijs van kip tussen de SRD 25 en SRD 30 per kilo levensgewicht was enkele maanden terug. Dat was toevallig in de periode toen de wetswijzigingen aan de orde waren in het parlement om de importheffing op kip te verhogen. Ons punt van bezorgdheid was dat wij ervan uitgingen dat de kipsector niet het effect zou sorteren dat bedoeld zou zijn met de verhoging van de importheffing. Het effect zou moeten zijn dat Surinaamse kip de markt verovert en dat kan je alleen als kip qua prijs (en kwaliteit) aantrekkelijk is. Surinaams kip is sowieso lekkerder dan buitenlands kip, het heeft meer structuur en meer massa en minder water. Het is steviger en smakelijker. Nu zijn we zeer blij dat we ongelijk krijgen en dat we onterecht kritiek hebben gehad op de kipsector, dat we deze sector bijna als niet-bonafide en kwader trouw hebben bestempeld. Nu blijkt dat de verhoging zeer tot ons genoegen wel het gewenste effect sorteert, namelijk dat de prijs van kip omlaag gaat. De prijs per kilo kip (levensgewicht) varieert tussen de SRD 14 en 15 per kilo. En dan zeggen we dat het een goede maatregel van de regering was om de importheffing te verhogen. We hopen wel dat de verlaagde prijs van kip te maken heeft met de overheidsmaatregel (d.i. bescherming van de sector) en niet met toevallige en incidentele ‘overgaande’ marktomstandigheden, waarbij de producenten noodgedwongen moesten overgaan tot het verlagen van de prijs om verliezen te voorkomen of te beperken. Dit laatste lijkt niet het geval te zijn, omdat de neerwaartse trend toch wel een tijdje geleden is ingezet. Wat er nu moet gebeuren, is dat de kippenboer meer klanten aantrekt en zich richt op de klanten, die panklare kip zoeken. Er zijn burgers die direct naar de kippenboer stappen om er hun kip te kopen. Er zijn kippencentra die levend kip direct slachten en ‘plukken’ met een plukmachine. De mogelijkheid is er ook om halal te slachten. Er zijn huishoudens die hun consumptie plannen en dan verse kip voor enkele weken inslaan. Deze mensen gaan doorgaans direct naar de kippenboer. Deze groep die plant en Surinaamse kip al dan niet panklaar inkoopt, moet groter worden. Maar er is een groep die niet plant en elke dag naar de winkel gaat voor een kilo kip. Deze groep is niet klein en is de groep die niet over een regelmatig inkomen beschikt en op weekbasis of op dagbasis hosselt. De Surinaamse producent van kip moet zich nu ook richten op deze groep. Er zijn Surinaamse bedrijven die kip verwerken en in kleinere verpakkingen aan de man brengen. Deze panklare kip moet ongetwijfeld ook in prijs zijn verlaagd. De Surinaamse regering moet de Surinaamse vereniging van pluimveehouders stimuleren om de consument via de massamedia te bereiken. Nu is er waarschijnlijk met de lage prijs, een situatie dat ‘in de vriezer van omu snesi’ een eerlijke concurrentie is ten voordele van de Surinaamse kip. De consument met een krappe beurs die van dag tot dag leeft, moet nu dus in de vriezer de Surinaamse kip kiezen en de buitenlandse kip laten staan. Op gegeven moment zal de balans moeten worden opgemaakt en dan moet blijken hoe de sector in de economie is gegroeid en hoeveel werkgelegenheid eventueel erbij is gekomen. Dat de prijs omlaag is gegaan, is een goed begin. Nu moet de expansie van de sector plaatsvinden. De Surinaamse kip moet niet dagen niet te vinden zijn. De situatie van ‘uitverkocht’ en ‘tijdelijk niet verkrijgbaar’ moet worden vermeden. Het experiment als het zo mag worden genoemd, moet worden uitgebreid naar andere goederen en diensten. Dan gaat het om producten en diensten die geïmporteerd worden en die ook in Suriname worden geproduceerd. De Surinaamse kippenboeren zijn verenigd en hebben jarenland gelobbyd voor een eerlijkere markt. Jarenlang heeft de politiek erkend dat maatregelen moeten worden genomen ook van de zijde van de regering om de pluimveeproductie te bevorderen. De maatregel van de regering had voor- en tegenstanders. Uiteindelijk lijkt de maatregel effect te hebben gesorteerd. Nu moet de sector verder worden bevorderd. De productiebedrijven in Suriname behoren meer ondersteuning te krijgen, ook de kippenboeren. Bedrijven moeten met zo weinig mogelijk verspilling te produceren en elke sector heeft zo zijn eigen efficiëntieprogramma’s. De boeren die kleine (geiten en schapen) en grote herkauwers (koeien, buffels) kweken behoren ook incentives te krijgen. De kipsector heeft exportpotentie en deze sectoren ook. De sectoren zijn zwaar ondergewaardeerd en verwaarloosd door behoorlijk wanprestatie plegende ministers van LVV, waaronder zelfs vegetariërs van wie beweerd wordt dat ze tegen het slachten van dieren waren. De politiek heeft de slachtveesector zwaar benadeeld en uiteindelijk is de fiscus daar de grote benadeelde van. De bijdrage aan het bbp is non-existent tot heel laag. Aan deze situatie moet een einde komen.