Er is enige commotie in Suriname en misschien ook in Nederland ontstaan rond de uitlatingen, die gedaan zijn door de minister van Buitenlandse Zaken van het Europese land over de voormalige kolonie Suriname. De minister vond Suriname geen goed voorbeeld van een land waar Inheemse en aangevoerde/geïmmigreerde bevolkingsgroepen vreedzaam met elkaar samenleven. Suriname is geen land waar wet en recht zouden gelden, Suriname zou geen functionerende democratie hebben, politieke partijen zouden op basis van etniciteit zijn gestoeld, het land zou etnisch opgedeeld zijn en Suriname zou bovenal een failed state zijn. Zo een constatering over Suriname is niet mooi om aan te horen, maar het kan dat we hier in het land flink bezig ons voor de gek te houden. Maar alles bij elkaar wordt toch minder pijnlijk als in acht wordt genomen dat deze uitspraak komt van een Nederlandse politicus. Er is een enorme spanning en zelfs vijandigheid opgebouwd tussen de Nederlandse politiek en de Surinaamse politiek vanaf de Nieuw Front-periode en het heeft nu een minpunt bereikt onder de huidige regering. De vraag rijst wel in welke mate deze uitspraken vanuit Nederland ons verhinderen om van ons land een beter land te maken. Suriname is een hoger middeninkomensland, met een bevolking dat 35 maal kleiner is dan die van Nederland. Suriname is een land met een gemiddelde humane ontwikkeling, zoals blijkt uit de human development index. De kleinschaligheid van de economie en haar structuur maken dat Suriname dalen en pieken heeft gehad in de beleving van economische welvaart en dat zal zo blijven. Suriname dobbert namelijk op de grote internationale economie en is vanwege kleinschaligheid niet bestand tegen grote golven. Wanneer die golven komen, ontstaat economische turbulentie. Suriname wordt gehinderd in haar economische ontwikkeling niet door haat en racisme dat ingeburgerd is in Nederland, maar door haat van Surinamers voor het land welke door hun voorvaderen is gekozen als hun vaderland. Er is een enorme corruptie aan de gang in Suriname, waardoor bij internationale economische turbulentie sociale excessen en onacceptabele armoede ontstaat. De corruptie in Suriname was er altijd, maar het vindt nu straffeloos plaats, vlak onder de ogen en met medewerking van de allerhoogste politieke ambtsdragers. We schreeuwen hoog van daken wanneer anderen laatdunkend over ons land praten, maar de grootste vernedering van Suriname vindt plaats door Surinamers zelf. En dan is het gemakkelijk om de schuld in de schoenen van landen te schuiven, die eeuwenlang draaien op uitbuiting en de suprematie van het blanke ras. De vraag die wij onszelf moeten stellen, is of wij ons eigen land wel serieus nemen. Die vraag moeten wij stellen aan de duizenden hoog- en laaggeschoolde ambtenaren; doen ze hun deel wel om van Suriname een meer welvarend en democratisch land te maken? Die vraag moeten wij ook stellen aan de ondernemers: hoe leveren zij de openbare werken die het land mooier behoren te maken? Die vraag moeten wij stellen aan de burgers die massaal het land vervuilen. Die vraag moeten wij ook stellen aan de politici: neemt uzelf uw land wel serieus? Zolang de corruptie welig tiert in Suriname en de ‘zand erover’ mentaliteit in stand wordt gehouden, kan deze laatste vraag niet bevestigend worden beantwoord. De kwaliteit van het bestuur in Suriname is erg laag, omdat er geen waardering is voor kennis en wet en recht. Veel besluiten worden aan de borreltafel genomen door een aantal macho-mannen. We weten niet of Suriname een failed state is, maar we benaderen wel de beschrijving van een bepaalde soort republiek. Dat komt omdat de Surinaamse bestuurder en de Surinamer in het algemeen geen trots meer ontleent aan zijn nationaliteit en dat heeft te maken met openlijke en straffeloze corruptie. De commotie die ontstaan is naar aanleiding van de uitspraken van een minister in Nederland is in Suriname misplaatst, in Nederland wellicht niet. Het is misplaatst, omdat het te maken heeft met Surinaamse schijnheiligheid. Suriname is een land dat de laatste jaren ziek is gemaakt door enorme corruptie en het leegroven van de staatskas, het uitblijven van een weloverwogen economisch beleid en het voortzetten van een gok- en leenbeleid. Incompetente vriendjes van de politieke top spelen dokter, terwijl ze de deur van een medische school nooit hebben gezien, zie maar de Suralco-kwestie. Wat erbij is gekomen, is dat de Surinaamse regering op gespannen voet van bijna vijandigheid leeft met de rechterlijke macht. Suriname is volgens velen een land waar verschillende talen door elkaar worden gesproken, soms in een en dezelfde zin. Suriname kent bevolkingsgroepen die geen oorlog met elkaar voeren, en dat ook nooit zullen doen. Maar is Suriname etnisch opgedeeld? De Nederlandse regering heeft dat wel geprobeerd en in zekere zin is het zichtbaar in de wijze waarop districten zijn bevolkt. De constatering dat de politieke partijen etnisch zijn opgedeeld klopt ook, zie maar hoe ministeries zijn bevolkt. Er is namelijk geen enkele partij, die als multi-etnisch kan worden aangemerkt. De politieke partijen die dat wel pretenderen, zijn Creools nationalistisch van opzet, voor hun is dat synoniem aan ‘nationaal’ en ‘Surinaams’, de rest is ‘etnisch’. Suriname kent wel etnische vreedzame co-existentie, dat diep gaat en niet verstoord kan worden en dat komt door het Sranangtongo dat het meest binnen en tussen alle bevolkingsgroepen wordt gesproken. Maar het is waar dat Suriname alleen etnische politieke partijen kent. Daarover moeten wij niet boos worden. Verder moeten wij een deskundige vragen of wij een ‘failed state’ zijn, of het een zonde is dat predicaat te hebben en hoe wij dan toch wel eruit komen.