Minimumuurloon SRD 11,69
Er werd een commissie ingesteld bestaande uit deskundigen van de universiteit, het Planbureau en het Statistiekbureau om het minimumuurloon vast te stellen. De commissie is gestart met het vaststellen van de armoedegrens. Volgens C-47-voorzitter Robby Berenstein zou dat bedrag SRD 1.312 zijn. Hij benadrukt dat dit kennelijk een achterhaald bedrag zou kunnen zijn, maar wel als uitgangspunt is gebruikt bij het formuleren van voorstellen.
Op basis van deze armoedegrens heeft de commissie twee, afhankelijk van gezinsgrootte, minimuurlonen voorgesteld. Het eerste was van SRD 9,37. Het maandsalaris zou hiermee komen te staan op SRD 1.874. Het tweede voorstel was van SRD 10,94. Het maandloon zou hier SRD 2.187 zijn.
Er werd uitgaande van het Ontwikkelingsplan 2017-2021 nog een scenario uitgewerkt. Daar is er gewerkt op basis van de ontwaarding van het minimumuurloon. Volgens die berekening zou het uurloon op minimaal SRD 11,69 moeten staan. Hier moest een maandloner minimaal SRD 2.338 kunnen ontvangen. Uiteindelijk is er binnen de commissie gekozen voor het laagste, de SRD 9,37. Van daaruit is men in plaats van hoger, na deliberatie, lager gegaan richting de SRD 8,40.
Het voorstel van dit nieuwe minimumuurloon zal de doorsnee werknemer een maandloon van minimaal SRD 1.680 opleveren. Het bedrijfsleven kan zich niet terugvinden in de aanpassing van het minimumuurloon. Volgens de vakbeweging is dit laag uurloon mede met instemming van het bedrijfsleven vastgesteld.
Kavish Ganesh