Spelregels

Menigeen zal aan de wedstrijden in het kader van het toernooi om de FIFA World Cup een katterig gevoel overhouden. Men heeft het idee dat na twee-en-zestig gespeelde wedstrijden niet het team als winnaar uit de bus gaat komen dat ook het beste voetbal speelde en het dus verdiende om wereldkampioen te worden (en in onze ogen is dat vanzelfsprekend onze Zuiderbuur).
Doelpunten zijn de formele graadmeter voor het weergeven van de kracht van twee voetbalteams. Corners, free kicks, inworpen of gemiste penalty’s tellen alleen voor de statistiek. Hetzelfde geldt voor hoeveelheid balcontact, schoten op het doel of geslaagde passes. Het maken van doelpunten bij voetbal is relatief moeilijk, vergeleken bij veel andere sporten zoals basketbal, handbal, volleybal, waterpolo en nog andere. Alleen hockey is daarin een beetje met voetbal te vergelijken. Uitslagen met niet meer dan één of zelfs geen enkel doelpunt na negentig minuten zijn geen zeldzaamheid en zelfs voor fervente liefhebbers onbevredigend. In elk geval worden in het huidige voetbal de werkelijke krachtsverhoudingen op het veld vaak niet door de (niet) gemaakte doelpunten weergegeven. De sportpers wringt zich dan vaak in allerlei bochten om aannemelijk te maken dat het winnende team de overwinning toch verdiende, al was die louter te danken aan het ongelukkige terugspeelballetje van de back van de tegenpartij.
Mogelijk was dat ten tijde van de uitvinding van het voetbal in het Engeland van het midden van de negentiende eeuw anders. Maar tegenwoordig zijn de belangen in het beroepsvoetbal zó groot dat een tegendoelpunt geduchte consequenties kan hebben en dan ook met alle mogelijke middelen moet worden voorkomen. Men ziet minder sterke teams zich dan ook vaak met elf man terugtrekken in het eigen strafschopgebied zonder ook maar één enkele poging over de middellijn te komen. De nul vasthouden is het consigne.
De opzet en de spelregels van het voetbal vergemakkelijken een dergelijke tactiek. Belangrijke oorzaak van het geringe aantal doelpunten is de buitenspelregel, voorschrijvend dat een aanvaller tijdens het ontvangen van de bal tenminste twee spelers van de tegenpartij (keeper en veldspeler) vóór zich moet hebben. Die regel is, zoals het aantal arbitrale blunders aantoont, onuitvoerbaar. Niemand kan tegelijkertijd twee verschillende gebeurtenissen in snel veranderende configuraties observeren: het vertrekken van de bal van de schoen van een speler en de plek waar zijn collega zich precies op dat moment bevindt. Niet de scheidsrechter en niet de grensrechter. Schrappen van die onzin-regel zou het voetbal veel aantrekkelijker maken.
Een sterke rem op het maken van doelpunten is ook de figuur van de keeper. Voetbal is een spel dat gespeeld wordt met lichaamsdelen die van de grijpvoeten van onze voorouders zijn geëvolueerd tot ledematen voor louter voortbeweging. Die relatieve onbeholpenheid van de voet maakt het spelletje ook zo aantrekkelijk in vergelijking met bijvoorbeeld handbal (en in mijn ogen ook basketbal). Daarom is het maken van ‘hands’ goed voor een vrije trap van de tegenpartij en in het strafschopgebied een penalty. Maar de Engelse uitvinders van het spel hebben plotseling twee figuren in het veld het recht gegeven wèl hun handen te gebruiken! Zij hebben zich daartoe zelfs handschoenen aangemeten die hun handen het formaat van kolenschoppen geven. Een doelpoging van een béétje afstand is dan ook een makkie voor hen. Waarom niet de doelman een soort compacte ‘bokshandschoenen’ geven waarmee hij de bal eventueel mag stompen, maar niet vastpakken? Datzelfde verdient trouwens overweging voor de veldspelers tegen het ‘shirtje trekken’. En de actieradius van de keeper beperken tot een kleine halve cirkel van doelpaal naar doelpaal.
Het huidige mannenvoetbal wordt, in schril contrast met dat van de dames, in verregaande mate ontsierd door het simuleren van valpartijen door vermeende attaques van de tegenstander. Maar topvoetbal is, anders dan tennis of volleybal, nu eenmaal een contactsport en lijfelijke botsingen zijn dan ook, evenals bij rugby, judo, karate, worstelen of waterpolo onderdeel van het spel. Bij het waterpolo mag men zijn tegenstander net zo lang onder water duwen tot hij de bal loslaat! En ooit een rugbyspeler ‘kronkelend van de pijn’ op de grond zien liggen? Wie dat doet dient daarin dan ook niet gestoord te worden, zodat ook het spel niet wordt verstoord. De spelregels van het voetbal zijn aan drastische verandering toe.
Anton van den Broek

error: Kopiëren mag niet!