Met alleen de goedkeuring van het uitleveringsverdrag ‘Serving Criminal Sentences Abroad’ is de weg nog niet helemaal vrij voor Dino Bouterse, zoon van president Desi Bouterse, om eventueel in Suriname het resterend deel van zijn gevangenisstraf uit te zitten. Daarvoor zou naast zijn toestemming ook groen licht nodig zijn van de Verenigde Staten van Amerika (VS), die hem in 2013 veroordeelde tot een gevangenisstraf van 195 maanden: 16 jaar en 3 maanden voor cocaïnesmokkel naar de VS, illegale wapenhandel en het willen faciliteren van de Libanese terreurorganisatie Hezbollah. Dit stellen advocaat Harish Monorath en DNA-lid Krishna Mathoera tegenover Dagblad Suriname. Indien een lobbycampagne voor de overbrenging succesvol verloopt, is gratieverlening uit handen van president Desi Bouterse ook helemaal mogelijk. De overbrenging en overdracht zijn volgens Mathoera, die lid was van de commissie van rapporteurs, aan bepaalde voorwaarden gebonden. Zo kunnen slechts de veroordeelde persoon, zijn familieleden of diens land van herkomst zo een verzoek richten. Daarna moeten zowel de veroordeelde persoon en het land waar zo iemand veroordeeld is dat willen. De president kan pas gratie verlenen nadat advies is ingewonnen bij de procureur-generaal en Hof van Justitie.
Executieve bevoegdheden president gaan boven sterkte verdrag
Monorath, voormalig lid van De Nationale Assemblee, stelt dat de strafmaat aan de veroordeelde bij de overbrenging ook conform wordt overgenomen. “Dus als hij daar niet in aanmerking mocht komen voor gratie, dan mag dat hier ook niet want een verdrag staat hoger dan onze nationale wetgeving. De retorische vraag is echter dan weer: ‘Wie houdt onze president tegen?’ Wij hebben een executieve president, dus dat betekent dat hij verregaande bevoegdheden heeft. Op basis hiervan kan hij zonder beperkingen de gratie verlenen. De wet zegt dat wij ons moeten houden aan het verdrag, maar het zegt ook dat wij ons moeten houden aan de executieve president. De president heeft die bevoegdheid en hij mag dat gebruiken: einde discussie!”, aldus de advocaat.
Willekeur met verlening gratie aan Meriba
Dat het staatshoofd gratie aan zijn zoon zal willen verlenen, is voor Mathoera in feite niet eens een vraag, wanneer gekeken wordt naar het besluit van Bouterse tot gratie in 2011 in het geval van zijn pleegzoon Romano Meriba, die toen in 2005 veroordeeld was tot een celstraf van 15 jaar wegens doodslag, beroving en het gooien van een handgranaat naar de woning van de Nederlandse ambassadeur Ruud Treffers. “Men moet geen willekeur en favoritisme toepassen met gelegenheidswetgeving, maar er moet beleid gemaakt worden dat algemeen geldend is. Ook gratie en voorwaardelijke invrijheidsstelling zijn instrumenten die niet willekeurig gebruikt mogen worden. Werk zorgvuldig, maak goede afwegingen en pas voor een ieder dezelfde principes toe. Niet omdat het Romano Meriba is of Dino Bouterse ga je het in jouw voordeel toepassen”, aldus de politica.
Wet niet bewust aangenomen in voordeel Dino Bouterse
Monorath vindt de goedkeuring van het verdrag een geweldig goed initiatief. Hij benadrukt dat hij niet het gevoel heeft dat dit verdrag nu is goedgekeurd ten voordele van specifiek Dino Bouterse. “Het is een wet die geruime tijd op de agenda stond en wij al lang moesten ratificeren. Als oud-DNA-lid weet ik nog dat burgers in 2013 bij het parlement hadden geïnformeerd of zij een beroep hierop konden doen. Natuurlijk is het begrijpelijk dat de gevoelens opgaan over Dino Bouterse”, stelt de rechtsgeleerde. Monorath zegt genoeg gevallen te kennen waar normale burgers al jaren wachten om veroordeelde familieleden terug te halen naar Surinaamse gevangenissen. Hij noemt het geval van een Surinamer die in Brazilië veroordeeld is tot 12 jaar cel, terwijl de familie al geruime tijd bezig is deze veroordeelde over te brengen.
Minder kosten door buitenlandse veroordeelde terug te sturen
Ook Mathoera vindt dat het accent van dit verdrag niet verlegd moet worden door alleen maar te focussen op ‘Dino’, omdat er nu juist meer kostenbesparing voor Suriname kan optreden vanwege het overbrengen van buitenlandse veroordeelden uit Surinaamse cellen naar het buitenland. “Het geldt ook voor elke Surinamer wiens zoon, kind of familielid in het buitenland is. Deze mensen moeten de mogelijkheid krijgen om hun dierbaren naar hier te halen, waardoor zij ook contact kunnen hebben met die persoon. Waarom zijn wij niet bezorgd over de vele Surinamers die in Nederland voor drugssmokkel zijn veroordeeld? Ik ken bijvoorbeeld een geval van een vrouw die in Nederland is veroordeeld en twee kinderen hier heeft. Die kinderen zien de moeder helemaal niet. Nu bestaat de mogelijk wel dat zij haar kunnen zien”, zegt Mathoera.
Faisel Rasoelbaks