Het drop-out probleem onder schoolgaanden is volgens NDP-parlementariër Patrick Kensenhuis te koppelen aan kinderarbeid. Tijdens de behandeling van de Wet Arbeid door Kinderen en Jeugdige Personen gisteren in De Nationale Assemblee benadrukte de NDP’er dat hij tot deze conclusie is gekomen na een klein onderzoek bij de markt van Albina in het district Marowijne. Deze wet, die kinderarbeid moet tegengaan, is met algemene 34 stemmen aangenomen. “In het plaatsje Albina heb ik jeugdige jongens gezien die tegen een vergoeding met kruiwagens arbeid verrichten. Ze vervoeren hierin de goederen voor de mensen die inkopen hebben gedaan te Albina naar de aanmeerplaats of auto’s. Tegen de tijd dat zij de arbeid verrichten, moeten zij eigenlijk op school zitten. Dit is een praktisch voorbeeld van kinderarbeid van lichte aard, benadrukte de politicus. Kensenhuis, voorzitter van de commissie van rapporteurs, benadrukte zelf ook met enkele van deze jeugdigen te hebben gesproken. Nu hij de situatie van Albina analyseert, krijgt hij een situatie van kinderarbeid en tegelijkertijd ook een situatie van drop-out gevallen. “Wij krijgen dan een situatie van kinderarbeid dat uiteindelijk uitmondt in drop-outs. Dat is wat wij absoluut niet moeten hebben in Suriname, omdat wij als land deze jonge mensen zeer dringend nodig hebben om na een gedegen studie dit land te helpen opbouwen”, aldus de politicus die om betere controle vanuit de Arbeidsinspectie vroeg. Verschillende assembleeleden vinden dat dit een van de oorzaken van kinderarbeid is in Suriname. Gevraagd is naar een samenwerking tussen de ministeries van Sociale Zaken, Sport en Jeugdzaken, Onderwijs, Wetenschap & Cultuur en Justitie & Politie bij de toepassing.
Faisel Rasoelbaks