Werkgever mag niet discrimineren tussen CAO’er en IAO’ er

Moestadja “Je mag niet terug gaan in de tijd”Het is werkgevers verboden om te discrimineren tussen leden van vakbonden binnen haar organisatie en werknemers die individuele arbeidsovereenkomsten (IAO) zijn aangegaan. De ‘Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst’ (CAO) 2016 schrijft voor dat de werkgever verplicht is bepalingen over arbeidsvoorwaarden ook na te komen bij de IAO, zoals in de CAO bepaald. Dit moet dus uitdrukkelijk in de CAO zijn opgenomen. Deze regeling is in de wet opgenomen om te voorkomen dat werkgevers, werknemers opzettelijk bevoordelen om zodoende, het benutten van vakverenigingsvrijheden te ontmoedigen.
Vakbondsaangelegenheid
Hiermee komt de werkgever in beginsel op het gebied van interne aangelegenheden van de bond. Het op een of andere manier trachten werknemers (geen leden van de bond) of sollicitanten te overhalen om zich niet aan te sluiten bij een vakvereniging valt onder inmenging. Volgens de Wet Vrijheid Vakverenigingen (2016) is het de werkgever verboden om haar werknemers direct of indirect te hinderen/beïnvloeden in het beleven van vakverenigingsvrijheden. Een dubbele bonus aanbieden, met als gevolg of verwachting dat men geen lid wordt van de vakbond, valt er ook onder.
Extraatjes lonen niet
Uit de praktijk blijkt dat het voorgaande zich vaak voordoet. Enkele werkgevers spelen in op de behoeftes van werknemers naar een voelbaar extraatje (geld of secundaire voorzieningen). Dit, terwijl, zoals C-47-voorzitter Robby Berenstein het aankaart, de werknemers vergeten dat zij voor dit soort extraatjes een simpel recht als bijstand in geval van nood verliezen.
Het veldwerk van Dagblad Suriname wijst ook uit dat enkele werknemers nu reikhalzend uitkijken naar een oproep van de werkgever om gevraagd te worden, geen lid te worden van de vakbond. In beginsel komt deze verwachting neer op: de vakbond tracht de rechten van de werknemers te verdedigen, terwijl enkele werknemers de situatie misbruiken voor een extraatje.
De extraatjes leiden uiteindelijk ook tot willekeur van werkgevers, waar de werknemers bij het ondertekenen van een IAO niet op anticiperen. Als werknemers geen gebruik wensen te maken van de vrijheden, is dat hun keuze en daartoe hebben zij ook het recht. De rechten mogen echter niet voor andere doelen worden ingezet. Althans, blijkt uit meningen van enkele vakbondsvoormannen. Berenstein verwoordde het als volgt. ‘Het verraad wordt geloond en niet de verrader”.
Zorgvuldig mee omgaan
Arbeidsminister Soewarto Moestadja brengt in herinnering dat arbeidswetten in Suriname in tripartiet overleg worden opgemaakt. “Wetten worden niet vanuit een bureau, maar samen met drie partijen gemaakt. Als de vrijheid om je te organiseren in de wet is opgenomen, mag je nu niet teruggaan in de tijd van ‘je mag je niet organiseren’. Men heeft de vakbondsrechten rechten bevochten, afgedwongen en verdiend. Wij moeten er heel zorgvuldig mee omgaan”, stelt Moestadja. De bewindsman benadrukt echter dat niet alle werkgevers zich schuldig maken aan de in casu aangehaalde overtredingen. C-47 stelt dat het vooralsnog zou gaan om 5 bedrijven; 3 namen zijn vrijgegeven (CIC, Republic Bank en TAS).
Inspectie
Ondanks C-47 verheugd is met het standpunt van het ministerie, uit de organisatie toch haar bezorgdheid over een stuk controle op naleving van wetgeving. Het optreden van de Arbeidsinspectie laat volgens Berenstein vanwege het gebrek aan capaciteit bij de Inspectie, nog veel te wensen over. “Het is inderdaad nog niet zo ver. Wij kunnen niet landelijk 10 districten tegelijk dienen”, stelt Moestadja.
Hij begrijpt dat de inspectie niet functioneert zoals gewenst wordt, maar benadrukt dat dat geen reden moet zijn voor het niet plegen van meldingen. De voornoemde overtredingen moeten volgens Moestadja normaal worden gemeld bij de Arbeidsinspectie. “Of men vraagt de aandacht van de minister. Die kan dan doorgeleiden naar de dienst die de zaak moet oppakken. Hoe dan ook, hecht ik erg veel belang tussen een goed communicatieverkeer tussen zowel werkgevers als werknemers. Ik ben in ieder geval de verdediger van wat er staat in de Grondwet en wetten”, aldus Moestadja. Hij verzekert nu al werk te hebben gemaakt van een frisse wind bij de Arbeidsinspectie. De minister besluit met het gegeven dat alle afspraken tussen werkgevers en werknemers, die afwijken van de wet, als nietig beschouwd mogen worden.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!