Ook stafleden binnen bedrijven mogen lid worden van een vakbond. Dit wordt gesteld door de Vakcentrale C-47. De organisatie trachtte gisteren tijdens een persconferentie de spits af te bijten voor een bewustwordingscampagne rond de vakbondsvrijheden van werknemers. Het is werkgevers verboden om zowel sollicitanten als in dienst zijnde werknemers te weerhouden van deelname aan vakbondsactiviteiten of om zich aan te sluiten bij de bond.
Reeds in dienst zijnde werknemers, die (op aandringen van de werkgever) een verklaring of een akte van een overeenkomst hebben getekend, waarin zij (zogenaamd) afstand doen van hun vakbondsvrijheden, kunnen hierna toch die vrijheden uitoefenen en wel zonder vrees voor disciplinaire maatregelen of ontslag. Zij ondertekenen in beginsel een nietig document. Dit standpunt wordt ondersteund door het ministerie van Arbeid. Rancune of zelfs ontslag zal hierdoor nimmer een gevolg mogen zijn.
C-47-voorzitter Robby Berenstein stelt dat door dit te doen, werknemers buffers creëren waarop die kunnen rekenen bij stakingen (stakingbrekers). “Na een tijd komen de mensen tot het besef dat zij staflid zijn, maar ook gewoon wrokomang (werknemer) zijn. Problemen op de werkvloer kunnen zij niet voordragen aan een bond. Ze zijn dan overgeleverd aan de willekeur van de directie. De mensen worden gedreven om verraad te plegen tegenover hun collega’s. Maar zij leren hard dat het verraad wordt beloond en niet de verrader”, stelt Berenstein. Dit probleem doet zich bij zowel particuliere als overheid/parastatale organisaties voor.
Berenstein noemde niet alle namen van bedrijven waar dit probleem zich voordoet. Hij stelt dat vooralsnog personeel van 5 organisaties zich hebben aangemeld met een beklag. Daarnaast noemde hij de namen van de Consolidated Industries Coorporation (CIC), Republic Bank en de Telecommunicatie Autoriteit Suriname (TAS- overheid).
Twee bestuursleden van de CIC-werknemersbond waren aanwezig op de persconferentie. Die hebben verklaard dat het trekken aan de bel positieve vruchten heeft geworpen. Het probleem dat C-47 nu in behandeling heeft, behoort bij CIC in ieder geval tot het verleden. Berenstein merkt op dat de directie van CIC een goed voorbeeld geeft, dat door andere werkgevers mag worden opgevolgd.
Ondanks deze duidelijkheid blijkt het veld toch nog onzeker te zijn. Vele werkgevers krijgen vanwege het gemis aan controlemechanismen (van overheidswege) vaak een open veld om het contractenspelletje te spelen. Een sollicitant of werknemer die graag in deze financieel lastige tijd een brood wil verdienen of zijn brood niet wenst te verliezen, blijkt makkelijker te vallen voor intimidatiepogingen. C-47 benadrukt dat werknemers en sollicitanten voor niets hoeven te vrezen. Men kan zich normaal verenigen in vakbonden.
Kavish Ganesh