Riad Nurmohamed: “NJP-leden mogen initiatiefwet voor jongeren voorbereiden”

Op 8 november 2017 heeft het Nationaal Jeugdparlement (NJP) een motie ingediend bij onder andere De Nationale Assemblee (DNA) ter behandeling van de leerplichtwet. Dit, op verzoek van het lid Kelvin Koniki, die tevens de voorzitter van het NJP is. Na 7 maanden blijkt echter dat de DNA er geen werk van heeft gemaakt om de wettelijke leerplicht, waarvan de leeftijdsgrens thans gesteld is tussen 7 jaar en 12 jaar, te verruimen. Het NJP ziet heil in het optrekken van deze leeftijdsgrens van 4 jaar naar 16 jaar, hetgeen moet resulteren in het benutten van de volle potentie van elk kind, dus ook voor kinderen met een beperking. Vanuit die optiek heeft Koniki onlangs via een lokaal nieuwsblad laten weten dat de stiefmoederlijke behandeling naar het NJP toe niet bevorderlijk is voor het geloof van de Surinaamse jeugd in een verbetering van hun situatie. De jeugdvertegenwoordiger Samir Gobind heeft reeds voor het aantreden van het huidig jaar meegedeeld dat het hoog tijd is om de jeugdparticipatie te effecturen; in theorie wordt de participatie van de jongeren aangemoedigd, maar in de praktijk doen de autoriteiten uiteindelijk niets met hun inbreng.
De volksvertegenwoordiger Riad Nurmohamed (VHP), merkt inderdaad op dat het NJP, ondanks haar wettelijke status als inspraakorgaan, niet de nodige aandacht krijgt vanuit de regering. Voor wat de motie over de leerplicht betreft, geeft hij aan Dagblad Suriname te kennen dat elke motie of petitie een inkomend stuk is dat bij de DNA-voorzitter, Jennifer Geerlings-Simons, terechtkomt. Volgens Nurmohamed gaat zij dan na wat prioriteit heeft; de stukken worden niet voorgeschoteld aan de parlementsleden. “Als er voorstellen zijn gedaan door het NJP moet dat bekeken worden. Het ministerie van Sport- en Jeugdzaken moet eigenlijk ook de wensen van het NJP doorgeleiden naar DNA.” Nurmohamed adviseert de NJP-leden om hun wensen eventueel te vertalen naar een initiatiefwet, aangezien dit instituut versterkt is met een Jeugdadviesraad (JAR). Op deze manier kunnen de 29 jeugdvertegenwoordigers meer toegevoegde waarde creëren voor het NJP. Daarnaast kunnen hun zaken sneller afgehandeld worden in DNA. “Als het gaat om wetgeving mogen de NJP-leden een initiatiefwet voorbereiden en een paar parlementariërs vragen om het in te dienen in DNA. Natuurlijk kunnen wij het ook maken, maar wij gaan ons eerst in hun situatie moeten verdiepen en dat vergt tijd. Het NJP moet ook proberen om goed contact te onderhouden met de DNA en regering”, aldus Nurmohamed.
KSR

error: Kopiëren mag niet!