Tabakconsumptie is slecht voor de gezondheid. Dat is de boodschap die gisteren wereldwijd is herhaald in verband met de Werelddag tegen Tabak. In Suriname is een eerste heel belangrijke stap gezet richting het mitigeren van de gevolgen van tabakgebruik, maar een deel van de politiek en ook de samenleving staan nog steeds heel sceptisch tegen de Antitabakswet die in DNA werd aangenomen. Deze houding is onterecht, de regels die opgenomen zijn in de nieuwe wetgeving zijn heel duidelijk en ze zijn heel gemakkelijk in uitvoering te brengen. Het is onduidelijk waarom er precies een vijandige houding heerst richting deze wet. Het zou te maken kunnen hebben met een onwil van de samenleving om te veranderen. Het zou ook te maken kunnen hebben met een brede tabaksverslaving bij de burgerij, in de politiek en bij de handhavingsinstituten zoals de politie. Er was een gewoonte om vrij en blij te roken in openbare aangelegenheden en in gebouwen in Suriname, er is geen gewoonte meer in Suriname om elkaar aan te spreken om slecht gedrag. Dit laatste omdat er vaak met geweld wordt gedreigd wanneer burgers op slecht gedrag worden aangesproken. De Tabakswet 2013 is een uitvloeisel van het WHO kaderverdrag inzake tabaksontmoediging. De actor die het meest tekort schiet in het geloven in de wet is de politie. De politieambtenaren geloven namelijk niet in een aantal wetten en controleert de naleving ervan niet, omdat zij zelf ook tot de grootste overtreders van die wetten behoren. Het gaat om de verkeerswetgeving, de wetgeving met betrekking tot de bescherming van de openbare orde en rust en ook de tabakswetgeving. De wet werd aangenomen in het kader van de toetreding van Suriname tot de WHO Framework Convention on Tobacco Control in 2008. De Tabakswet verbiedt een ieder om te roken in publiek toegankelijke ruimten, werkruimten en in het openbaar vervoer. Roken is het inhaleren, uitademen of het gebruik van tabak en/of tabaksproducten die enige uitstoot voortbrengen, alsook het in het bezit hebben of beheren van brandend tabak en/of tabaksproducten, ongeacht of de rook daarvan daadwerkelijk actief wordt geïnhaleerd of uitgeademd. Volgens de wet is werkruimte: elke ruimte gebruikt door een persoon of personen tijdens werkdienst, hetzij zelf werkzaam of anderzijds, ongeacht of daar betaling, financieel of anderzijds, voor wordt ontvangen, maar ook de aan deze plekken vastliggende, bijbehorende of verbonden plaatsen die normaal door werknemers gebruikt worden tijdens de perioden van hun werkdienst of in verband met de uitvoering van hun werkdienst of in verband met de uitvoering van hun werk, inclusief, maar niet beperkt tot dienstvoertuigen, gangen, liften, roltrappen, toiletten, lobby’s en eetruimte, waaronder cafetaria’s, met uitzondering van privé gezinswoningen. Publiek toegankelijke ruimten zijn ruimten waar het algemeen publiek, of delen daarvan, doorgaans toegang toe heeft, al dan niet tegen betaling, ongeacht of het betreft een ruimte van publieke of private eigendom. Onder openbaar vervoer wordt verstaan voer- en vaartuigen voor het verzorgen van publieke diensten of elk ander voer- of vaartuig voor het transporteren van personen tegen betaling of anders. Onder ruimte verstaat de wet elk gebied, kamer of pand bedekt met een dak of soortgelijke structuur of welke is afgesloten door middel van een of meer muren of zijwanden, ongeacht het type materiaal dat gebruikt is voor de dakstructuur, muren of zijwanden, ongeacht of de structuur permanent of tijdelijk is. Het rookverbod is ook van toepassing op een aantal in de wet uitdrukkelijk opgesomde publiek toegankelijke ruimten, werkruimten en het openbaar vervoer. Het gaat om de volgende ruimten: openbare en particuliere werkruimten, kantoren en kantoorgebouwen, overheidsterreinen en kantoren, cafés, discotheken, cafetaria’s, kroegen, bars, lounges en restaurants, gebouwen en ruimten van onderwijsinstellingen van alle niveaus en kinderopvanginstellingen en gezondheidsinstellingen, gezondheidszorg faciliteiten, klinieken en ziekenhuizen, bejaardentehuizen, bedrijfsterreinen (openbaar/particulier), fabrieken, opslagruimten en magazijnen, hotels, motels etc., openbare transportterminals, vliegtuigen, heli’s, bussen, taxi’s, boten etc., winkels, markten, marktpleinen en malls. Interessant is ook dat genoemd worden de openbaar beheerde ruimten verhuurd voor evenementen, bioscopen, theaters, casino’s etc., musea, bibliotheken, buurtcentra en zalen en sport- educatieve en recreatieruimten. Degene die de feitelijke leiding of beleidsbepalende verantwoordelijkheid heeft, op welk niveau dan ook, over het beheer van de in de wet bedoelde publiek toegankelijke ruimte moet zodanige maatregelen treffen dat de ruimte rookvrij is. Werkgevers zijn verplicht zodanige maatregelen te treffen dat werknemers hun werkzaamheden kunnen verrichten in een rookvrije werkruimte. Tot de maatregelen die getroffen moeten worden, behoren het zorg dragen dat het rookverbod wordt nageleefd, het plaatsen van aanduidingen met betrekking tot het rookverbod in ruimten waar een rookverbod van toepassing is, op een zodanige plaats waar de aanduiding zichtbaar is voor het publiek en het zorg dragen dat er geen asbakken aanwezig zijn. De wetgeving maakt dat er buiten de thuissituatie en gedeeltelijk de openlucht, er weinig ruimten overblijven waar rokers kunnen trekken aan smeulende sigaretten. De bedoeling van de wet is duidelijk en relevant: de bescherming van de openbare gezondheid. De Tabakswet 2013 is erg belangrijk en geniet meer ondersteuning van de politie.