De reden van een fluctuerende Eurokoers is vooral te zoeken in het effect van de blokkade van een hoop geld uit Suriname in Nederland. Als cambio’s nu Euro’s opkopen, weten die niet wat zij met het geld moeten doen. Zij mogen het niet rechtstreeks aan de burger verkopen en de commerciële banken zijn nu voorzichtig met het aannemen van gelden van de cambio’s. Het is belangrijk dat er communicatie is vanuit beleidsverantwoordelijken. Communicatie die verantwoord is. Wat dat betreft, geeft econoom Stanley Raghoebarsing de regering geen schoonheidsprijs. Een persstilte inlassen rond dit onderwerp, blijkt naar zijn oordeel geen goed idee te zijn.
Het is volgens hem belangrijk om te vertellen over het probleem dat niet gisteren is ontstaan. Er is een geldzending van Euro 19 miljoen vastgehouden door het Openbaar Ministerie in Nederland. Voor vele critici al een vreemde situatie, gezien er geen concrete verdenkingen zijn geuit. De signalen zijn dat Nederland het geld confisqueerde om informatie te verzamelen in plaats van blokkeren vanwege concrete verdachtmakingen. De informatie is ingewikkeld, gezien de consequenties lastig in te schatten zijn. Dat begrijpen critici ook. Het vasthouden van Euro 19 miljoen brengt de financiële wereld in Suriname in rep en roer. Dat zou volgens critici eigenlijk niet mogen met een ‘klein’ bedrag van Euro 19 miljoen, maar is het wel een feit.
De schok die de turbulentie in de economie gebracht heeft, heeft in beginsel niet zo zeer te maken met de hoeveelheid van het geld. Door het in beslag nemen van het geldbedrag, zijn financiële transacties geblokkeerd voor tot er meer duidelijkheid is in de zaak. ‘Niemand wil verder risico’s nemen tot er weer duidelijkheid is. Wij kunnen als natie voorkomen dat dit soort dingen gebeuren door de regels na te leven’, stelt Raghoebarsing. Een van de bestaande, maar niet nageleefde regels, is dat alle geldtransacties bij de lokale cambio’s in kaart gebracht worden. Cambio’s hebben daar moeite mee. Vooral als het gaat om kleine geldbedragen. Dagblad Suriname vernam onlangs van goed ingelichte bronnen dat zeker Euro 12.5 miljoen uit de 19, afkomstig is van 5 lokale cambio’s/geldwisselkatoren. Die moeten de herkomst van het geld nu verantwoorden.
Een ander fenomeen is het feit dat er biljetten van Euro 200 en 500 via lokale cambio’s in omloop blijven. Biljetten die in Europa al lang niet meer in omloop zijn. Als via de CBvS biljetten worden verzonden en gesteld wordt dat die via toeristen het land binnenkomen, brengt dit vraagtekens met zich mee. ‘Men weet dat er gejokt wordt. Niet de Centrale Bank jokt, maar als er veel biljetten van 500 in een zending zitten, is dat een rode vlag’, meent Raghoebarsing. Het probleem ligt behalve bij de transacties die niet in kaart worden gebracht ook verder in het feit dat ons land te weinig signalen geeft dat wij drugs en witwas bestrijden.
‘Iedere keer als de naam van ons land in de publiciteit komt in verband met drugs-zendingen, zwijgt onze regering in alle talen. Je hoort allerlei verdachtmakingen en iedereen houdt zijn/haar mond’, meent de econoom. Het land wordt zodoende teveel gekenmerkt als een ‘risico-land’ of ‘zaken die het daglicht niet verdragen’. Hierdoor zeggen correspondent-banken in het buitenland samenwerkingsrelaties op met de lokale banken (dat is te halen uit de jaarverslagen van verschillende banken). En dit niet omdat de banken in Suriname slecht zijn, maar omdat de reputatie van Suriname slecht is. Correspondent-banken in het buitenland kiezen ervoor om geen risico’s te nemen en besmeurd te raken vanwege hun zakenrelaties. ‘De regering heeft een taak die zij vlot moet oppakken: communicatie. Zij doet daar te weinig in. Er moeten duidelijke antwoorden zijn. Wij moeten met de brede kant van onze mond kunnen zeggen: Wij doen niet mee aan rotzooi!’, aldus de econoom.
Kavish Ganesh