De landbouwers van Saramacca vormen de eerste groep die formeel aangeven om de droom van een voedselschuur serieus te nemen. Er is als uitvloeisel hiervan een Comité Realisatie Voedelschuur opgericht in het district. Dit comite heeft dinsdag een petitie aangeboden aan de DNA-voorzitter en de LVV-minister. Opvallend is dat het comité ondersteund wordt door 200 landbouwers. Inzet voor de eerste actie van het comite is het vragen van ‘governmenttake vrije brandstof’ voor deze agrariërs. Dat betekent dat deze groep goedkopere brandstof wil. Deze brandstof wordt gebruikt bij landbouwmachines (tractoren, combines etc..) voor het gereed maken van de landbouwgrond en het oogsten en onderhouden van de aanplant, alsook voor transportmiddelen voor het vervoeren van de productie en brandstof dat door de waterpompen wordt gebruikt en eventueel generatoren. Het is interessant te weten wat het karakter is van deze landbouwers. Gaat het om kleine of grote landbouwers? Gaat het om rijstverbouwers of groente- en fruittelers? De 200 boeren zijn verenigd in een comite en dat is een zeer positieve zaak. Liever waren ze verder georganiseerd in een of enkele cooperaties waardoor men efficienter zou kunnen opereren en produceren en ook collectief naar afzetmarkten zou kunnen zoeken. In de petitie is het van belang om te lezen dat het comite ‘het bijzondere agrarisch potentieel’ erkent dat het district Saramacca heeft om de voedselschuur te worden van het Caraïbisch Gebied. Het comite geeft aan dat er in het district Saramacca sprake is van een ‘steeds stijgende werkloosheid’. Deze stijgende werkloosheid zou mede veroorzaakt worden door de ‘heersende nationale economische crisis’. Er komt heel weinig in het nieuws over Saramacca en over activiteiten van de regering in dit district. De ministeries ondernemen geen maatregelen in het district Saramacca en dit district wordt met rust gelaten. De regeringen zijn altijd ervan uitgegaan dat dit deel van de bevolking het zelf wel regelt en zelf ook uit de problemen komt. Sociale programma’s worden niet uitgevoerd in dit district. Het vizier van de financiers en de ontwikkelingspartners is alleen gericht op Paramaribo, sommige delen van Wanica en het binnenland. In zijn petitie heeft het comite een verwijzing gemaakt naar een ‘primeur’ (nieuwigheid) en dat zou zijn dat de regering en DNA nu toestaan dat ‘gesubsidieerde landbouw’ plaatsvindt in Suriname en verwezen wordt naar het landbouwbedrijf Defensie te Von Freiburg). Gesubsidieerde landbouw staat onder druk, omdat de Surinaamse regering eens (NF) afstand heeft genomen van deze praktijk. Men refereerde toen naar het niet in overeenstemming zijn van gesubsidieerde landbouw en de WTO-regels die uitgaat van non-protectie en liberale en open economieen. Wat de petitie-indieners eigenlijk zeggen, is dat nu aan enkele catgeorieen een landbouwsubsidie wordt gegeven, dat nu ook doorgetrokken moet worden naar de hele sector althans voor het comite. In elk geval moet gezegd worden dat een comite met 200 boeren echt geen klein comite is. Goedkope brandstof zal tegemoet komen aan de wensen van goedkope productie. De productiekosten gaan omlaag, waardoor men wellicht gemakkelijker zou kunnen concurreren met producenten in de overige landen van de regio. Het is eigenlijk onbekend onder welke voorwaarden de vrijstelling is gegeven aan het project van Defensie. Gaat het om een bijzonderen groep van ex-militairen? Het comite is heel helder in zijn wens, maar heeft niet aangegeven wat precies aan landbouwproductie extra of aan extra bbp kan worden gerealiseerd als de vrijstelling wordt gegeven. De vrijstelling betekent dat de regering een bepaald bedrag aan SRD minder zal ontvangen aan government take die ze opgeeft. Om hoeveel liters benzine en hoeveel SRD gaat het? Als de regering deze inkomsten opgeeft, hoeveel inkomsten en bbp vangt ze dan terug als gevolg van een betere en hogere productie? In principe moet een case worden gemaakt dat de staat op den duur meer zal vangen (breed bekeken, dus ook in termen van werkgelegenheid etc.) dan wat ze zal opgeven aan government take. Het kan dat dit effect optreedt, maar het is niet duidelijk of in dit geval daarnaar wordt gestreefd. De regering geeft al branstofsubsidie aan de particuliere bushouders. De kans is groot dat dan ook andere sectoren naar een compensatie zullen vragen. Op zich is dat niet slecht, maar er moet een economische case worden gemaakt. Wat verliest de staat dus als ze de vrijstelling van government take niet geeft? Deze vraag is te beantwoorden en de pleiters van de vrijstelling zouden een poging moeten wagen om dat te becijferen. Dan is de kans dat de regering toegeeft aan de wensen wel groter. In elk geval is het zo dat de agrarische sector gerekend mag worden tot de prioritaire groep voor de komende periode.