De grootste rechtszaak in de geschiedenis van Suriname, het 8 decemberstrafproces, is gisteren weer hervat. Het proces heeft nog een bepaalde weg af te leggen. Er is door de regering op basis van artikel 148 van de grondwet getracht om de zaak stop te zetten, maar het OM is doorgegaan. Waar het betreft de burgers die in deze zaak zijn betrokken, is al vrijspraak geeist tegen de verdachten. Het was niet verwacht dat de openbare aanklager uiteindelijk toch strafvoorstellen zou doen. Tegen de hoofdverdachte, de voormalige legerleider tijdens het militaire regime in Suriname in de periode 1980-1987, is een straf van 20 jaar geeist. Er zijn tijdens de ondervraging van de verdachten, maar vooral van de getuigen, zeer schokkende bijzonderheden van de incidenten op en rond 8 december naar voren gekomen onder andere over het ter dood brengen of het executeren van de jonge advocaat en universiteitsdocent John Baboeram. Deze zaak had voor dit deel een bijzonder karakter door de betrokkenheid van een broer van deze advocaat in het kamp van de tegenpartij, die getracht heeft om de moord goed te praten. De verdachtenlijst wordt korter aangezien voor een aantal verdachten de vrijspraak wordt geeist. Maar er blijven naast de hoofdverdachte ook nog andere personen over tegen wie forse straffen van 20 jaar worden geeist. Enkele maanden terug heeft een verdachte ook nog zelfmoord gepleegd. De 8 decemberstrafzaak is al een hele tijd gaande, teruggaande tot naar de laatste periode van de NF-regering (2005-2010). De zaak begon na een stuiting van de verjaring van de strafbare feiten door de ‘nabestaanden’ die zich hadden gegroepeerd en juridische laten vertegenwoordigen. De stuiting was succesvol en de strafzaak begon onder veel politieke onstuimigheid. De zaak was heel vaak onderdeel van een politieke gehaal en getrek in DNA waar nogal emotionele en irrationele standpunten werden ingenomen en uitspraken werden gedaan. Dit gebeurde zo frequent dat de zaak werd aangemerkt door de toenmalige oppositie als een politiek gemotiveerde zaak om een tegenstander uit te schakelen. Op de verkiezingspodia werd deze zaak ook weer uitgebuit. Ondertussen had de verdediging ook nog getracht om ten minste 1 rechter te wraken, omdat deze banden zou hebben met een oppositiepartij. De wraking mislukte. Door de verdediging wordt nu aangegeven dat deze zaak nog een hele tijd gaat duren en men schat in dat het afgerond wordt tegen 2020. In 2020 vinden de politieke verkiezingen plaats. Er zijn schattingen dat de huidige regeringspartij in electorale ondersteuning zal dalen en dat oppositiepartijen daardoor kunnen gaan groeien. De uitkomst van de rechtszaak zal een impact kunnen hebben op de politieke samenwerkingsverbanden. De zaak wordt toegeschreven aan 1 tot 2 politieke partijen tegen de huidige coalitiepartij. Een veroordeling zal emotioneel worden opgevat en een opkomst van een vijandige sfeer is te verwachten. Deze vijandige sfeer was te merken na de verkiezingen in 2015 toen de coalitiepartij op het punt stond samen te werken met een oppositiepartij. De vijandigheid kwam tot uitdrukking op de staatsradio via de regeringspersman en een aantal regelmatige bellers. Deze samenwerking komt weer op voor 2020. Het is opgevallen dat de vijandigheid van de groep verdachten en met hun gelieerde personen enigszins is toegenomen naar de nabestaanden en naar de groep van 15 die werd omgebracht. Die gelegenheid nam men te baat toen een familielid van een van deze vermoorde personen meedeed aan het goedpraten van de moorden. De nabestaanden spreken zich nog regelmatig uit over de vervolging die moet plaatsvinden, ze doen dat ook rond de herdenking van 8 december. En het is verrassend dat er nog steeds herrineringen worden opgehaald die bij het publiek niet bekend zijn. De nabestaanden zijn met het toenemen van de vijandigheid in hun richting, iets scherper geworden en spreken duidelijker uit wat hen op het hart ligt. Ook geestelijken hebben de laatste jaren zich duidelijker veroordelend en scherper uitgesproken. Met dit alles heeft de polarisatie zich duidelijker afgetekend in de betreffende segmenten van de samenleving. De nabestaanden zetten door en hebben nooit gas terug genomen. Intussen is iedereen na 36 jaar een stuk ouder geworden. Een generatie die deze zaak niet heeft meegemaakt zit nu op de universiteit of heeft die net afgerond. Alles wat ze weten, weten ze wat ouderen aan hen vertellen. De huidige regering heeft een bepaalde opvatting over 8 december en het onderwijs. Leerkrachten zijn derhalve ook niet vrij om vrij te praten over deze materie. Al met al culmineert de zaak naar een interessante punt. Het is een interne struggle van Suriname en Surinamers om in het reine te komen met hun zelf en hun verleden.