AAMAL-E-SALIHAH

Assalamo alaikum warahmatullahi wa barakatuhu
Moge de vrede en de zegeningen van de Almachtige God op u allen rusten.
Inmiddels is het eerste deel van de Ramadan, de eerste Ashrah genoemd, voorbij en bevinden de moslims zich in het tweede deel. Dit wordt in het bijzonder gekenmerkt door Aamaal-e-Salihah hetgeen betekent het veelvuldig verrichten van goede daden. In deze periode wordt extra aandacht geschonken aan armen, behoeftigen, buren, families enzovoorts.
Er bestaat een hechte relatie tussen de Ramadan en de goede daden. Voor een moslim is ook in de normale toestand noodzakelijk dat hij zich behoedt van leugens, neerkijken op anderen en van andere slechtheden. Maar bij het vasten in het bijzonder, is het verrichten van goede daden en zich behoeden van slechtheden noodzakelijk. In de Heilige Qor’aan wordt op verschillende plaatsen bevelen aangetroffen inzake het verrichten van allerlei goede daden, alsmede bevelen om zich te behoeden van slechte daden.
In dit verband treffen we in de Heilige Qor’aan de volgende bevelen aan:
– en keer uw gelaat niet (in verachting) van de mensen af noch wandel in hoogmoed op aarde, want Allah heeft de hoogmoed noch de pocher lief…En loop met gewone stap en verzacht uw stem, want de meest onaangename stem is het gebalk van een ezel (Heilige Qor’aan 31:19-20); ,,…en dat gij goed zult zijn voor uw ouders, uw verwanten, de wezen en de armen; spreek goed tegen de mensen en houdt het gebed en geeft de Zakaat…..” (Heilige Qor’aan 2:84); “Zeg: Kom, ik zal u verkondigen, wat uw Heer heeft verboden;…en dat gij onbetamelijke daden hetzij openlijk of in het geheim begaat….” (Heilige Qor’aan 6:152); ,,…En leeft, wanneer gij spreekt, rechtvaardigheid na, zelfs wanneer het een bloedverwant betreft en vervult het verbond van Allah…”; “O, gij die gelooft! Laat een volk het andere volk dat waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrouwen andere vrouwen, die misschien beter zijn dan zij. En belastert elkander niet, noch noemt elkaar bij scheldnamen. Kwaad is (het geven van) een slechte naam na de aanvaarding van het geloof, en zij die geen berouw tonen zijn de onrechtvaardigen. O, gij die gelooft! Vermijdt in het algemeen verdenkingen want achterdocht is een zonde. En spioneert niet, noch belastert elkander…” (Heilige Qor’aan 49:12-13); ,,…vermijdt derhalve de onreinheid der afgodsbeelden en vermijdt het valse woord.” (Heilige Qor’aan 16:91).
De Heilige Profeet (vrede zij met hem) onderwees de mens als volgt:
Milddadigheid
De Heilige Profeet (vrede zij met hem) was de meest milde persoon en in de maand Ramadan werd hij milder dan in de overige maanden. Hazrat Anas (r) vertelde dat de Heilige Profeet (vrede zij met hem) de meest zorgvuldige, vrijgevige en dapperste was dan alle andere mensen. Hazrat Djaabir (r) vertelde dat de Heilige Profeet (vrede zij met hem) nooit weigerde wanneer iemand hem iets vroeg te geven.
Kwaadspreken
Hazrat Abdullah bin Umar (r) vertelde dat de Heilige Profeet (vrede zij met hem) geen kwaadspreker was. Hij was gewend te zeggen: “Het beste onder u is hij die de beste moraal bezit”.
Achterdocht: “Degene die achterdocht pleegt, zal het Paradijs niet binnengaan”. “Behoed u van achterdocht. Deze is een grote leugen en bespioneer niet en verspreid de zwakheden van anderen niet tot anderen en wees niet jaloers en vermijd ontmoetingen niet. En gij alle dienaren van Allah, wees als broeders voor elkaar.”
Leugen en bedrog: “Hij die tijdens het vasten zich niet onthoudt van leugens, bedrog en ijdele taal, bij Allah zal zijn hongerig en dorstig blijven geen waarde hebben.”
Huichelen: “Op de Dag des Oordeels zult u de huichelaars als de slechtsten zien. Zij komen hier met de ene mond en gaat daar met de andere”.
Schaamtegevoel hebben: “De uiteenzetting van een der boodschappen die de mens van de boodschappers heeft gekregen is, dat degene die niet schaamt, kan doen en laten wat hij wilt”. “Door verlegenheid en schaamte ontstaat er altijd goedheid.”
Waarheid spreken: “Waarheid leidt de mens naar goedheid en goedheid naar het Paradijs. En door geregeld waarheid te spreken verwerft men de titel van Siddieq (de waarachtige). De leugen leidt naar slechtheden en slechtheden naar de hel. En door geregeld onwaarheden te spreken wordt men bij Allah geregistreerd als Kazzaab (grote leugenaar).”
Boosheid bedwingen: “Ware winnaar is niet degene die zegeviert over zijn wederpartij, doch hij die tijdens kwaad zijn toorn kan bedwingen”.
Gemak creëren voor medemens: “Creëer gemak voor mensen en wees niet streng. Houdt ze goed en laat bij hen geen afkeer tegen het geloof ontstaan”
Zich onthouden van verdovende middelen: “Elk bedwelmend middel is ongeoorloofd en verboden”.
Wraak nemen: Hazrat Ayesha (r) zei de Heilige Profeet (vrede zij met hem) in zijn hele leven nooit wraak voor zichzelf heeft genomen”.
Gastvrijheid bieden en goed spreken:
“Degene die in Allah en de Dag des Oordeels gelooft, moet aan gasten gastvrijheid bieden. En degene die in Allah en de Dag des Oordeels gelooft, moet goede woorden spreken of stil blijven.”
Moge de Almachtige God een ieder in staat stellen om profijt te trekken van de Ramadan en zoveel mogelijk goede daden verrichten ten nutte van zichzelf en overige schepselen van God.
De Ahmadiyya Moslim Gemeenschap Suriname

error: Kopiëren mag niet!