Er is in de media een bericht verschenen van de inbeslagname en vervolging van vissers die in strijd met de wet in de Bigipang hebben gevist. Men steekt dammen door om vis te vangen en houdt geen rekening met de wetgeving die bedoeld is om de visstand te beschermen. Het beschermen van de visstand, dus het voorkomen dat er geen vissen meer zijn op den duur, is in het belang van de vissers elf en in het belang van de burgerij die vis en garnalen eten. Vis en garnalen vormen een belangrijk en gezond onderdeel van ons voedingspakket wat betreft het eiwitgedeelte. Maar de bevolkingsveisserij in de binnewateren moet duurzaam zijn. Er moet geen sprake zijn van overbevissing. De vissen en garnalen moeten de kans krijgen om kuit te schieten en te broeden. Ook moet er een limiet worden gesteld aan het vissen. De personen die vissen als hun beroep hebben, dienen rekening hiermee te houden. Ze moeten hun broodwinning zodanig organiseren, dat zij niet in de gelegenheid zijn om de wet, de seizoenen en de visvoorwaarden, te overtreden. De bevolingsvisserij moet ook vergunninplichtig worden als het de grens van eigen consumptie overschrijdt, dus als het is als een beroep. Het ministerie van LVV en NH moet de sectoren geografisch motiveren om zich te organiseren in cooperaties. De wet op de cooperaties is recent gewijzigd waardoor een cooperatie veel gemakkelijker en sneller kan worden opgericht. Arbeid heeft recent het belang van het oprichten van cooperaties benadrukt. De cooperaties kunnen ervoor zorgen dat de kleinvisserij wordt georganiseerd en eventueel gericht op het seizoen wordt gecombuneerd met een alternatief aan visserij gerelateerd middel van bestaan. In de cooperatie kan de productie en eventuee verwerking (kosten)efficient worden gemaakt. De cooperaties houden zich dan aan de wet en helpen de autoriteiten om de naleving van de wet te monitoren. De cooperaties kunnen bijvoorbeeld overtreders aangeven bij de autoriteiten, bewijsmateriaal verzamelen en deze overtreders zelfs (helpen) arresteren. De regering heeft een taak door de preventie ter hand te nemen, waardoor er minder noodzaak zal zijn om repressief op te treden door de politie. Dit laatste kost geld en immers, de schade is dan meestal reeds aangericht. LVV en NH moeten een maand nemen om flink informatie te verschaffen aan de sector en dan overgaan tot het opleggen van boetes. Aan de ambtenaren die de bote binnenhalen moet een incentive worden gegeven. Het opleggen van de boetes moet worden bekendgemaakt en de boetes moeten geen symbolische boetes zijn. In 1961 werd de Visstandbeschermingswet in werking gesteld en werd een wet met een gelijksoortige doelstelling uit 1951 ingetrokken. De bedoeling van de wet is om ervoor te zorgen dat vis niet uitsterft. En het is wel degelijk mogelijk dat vis uitsterft. Zo is kwiekwie heel moeilijk te vangen in voormalige agrarische gebieden, omdat met fijnmazige visnetten is gevist en ook de kleine visjes werden meegenomen. De wet heeft betrekking op het vissen buiten de erven van de burgers. Het vissen is het bemachtigen of het doden van vissen, maar ook de poging daartoe valt onder de wet. Volgens de genoemde wet is binnen Suriname alleen toegestaan om met de hengel of met de handlijn te vissen. Vissen op een andere manier is alleen toegestaan met een vergunning van de LVV-directeur. Dit vissen op een andere manier is volgens de wet de fuik- en lijnvisserij in riviermonden, de zeegnetvisserij, de kieuwnetvisserij in pannen en zwampen, de spannet- en sleepvisserij vanuit de rivieroever, de sportvisserij. Een deel van de sportvisserij is vergunningplichtig, alhoewel vermeld moet worden dat in Suriname sportvisserij niet veel voorkomt. Vangen, foto maken en loslaten is voor sommige Surinamers een onvoorstelbare zaak. Het heeft te maken met armoede en ook met gierigheid. De LVV-minister kan een beperking zetten van het aantal en de soort van vissen welke per persoon per keer kan worden gevangen in de opengestelde periode. Buiten de opengestelde periode is het zonder meer verboden om ook maar 1 vis van een beschermde soort te vangen. Vis die kleiner is dan vastgesteld door de LVV-minister bij staatsbesluit mag niet worden gevangen, maar ook niet gekocht, geschonken, bewaard, verkocht, geleverd of vervoerd. Deze maat is nog niet bepaald in Suriname en we leven 57 jaar verder of de maten zijn niet bekend. Het is verder ook verboden eieren of eiernesten van vissoorten te vernielen, te verstoren, weg te nemen, te kopen, te verkopen etc. Buiten de gesloten tijd te kopen etc. is ook verboden. Zo zitte we nu bijvoorbeeld in de gesloten kwiekwie seizoen en dat gaat pas in 15 juli open. De opsporingsambtenaren (politie en bepaalde LVV-ambtenaren) hebben te allen tijde vrije toegang tot alle plaatsen waar dat voor de vervulling van hun taak nodig is. Deze opsporingsambtenaren zijn volgens de wet te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van voorwerpen (netten, ijsboxen, boten, buitenboordmotoren, etc). Ze moeten volgens de wet de inbeslaggenomen vis, voor zover het levende vissen zijn, vrijgelaten. Voor zover het dode vissen betreft, worden deze ter
beschikking gesteld inrichtingen van liefdadigheid. Dit laatste is volgens het mediabericht wel gebeurd. De regering moet de Visstandsbeschermingswet streng naleven, overtreders bestraffen en eventueel na 57 nagaan of de wet niet enisgzins moet worden aangepast. De laatste aanpassing dateert uit 1965.