In Nederland wordt er nog onderzoek gedaan en worden er nog straffen opgelegd aan bedrijven en mensen die steekpenningen hebben betaald. In de media wordt de naam van Ballast Nedam genoemd. Dit bedrijf kwam in de jaren ’90 tijdens het regime van president Jules Wijdenbosch (1996-1999) naar Suriname om de twee bekende bruggen te bouwen. Vrij vroeg deden geruchten de ronde dat er steekpenningen waren betaald aan belangrijke poltici in Suriname. De Surinaamse regering heeft nooit een onderzoek aangekondigd en uitgevoerd, ondanks hardnekkige geruchten en beschuldigingen. De bouw van de bruggen vond plaats onder de NDP-regering in de genoemde periode. De NF-periode die daarna volgde, leverde ook geen onderzoeken op. De regering gaf die opdracht niet, maar de pg in Suriname gaat nooit ambtshalve over tot het verrichten van onderzoek. De Nederlandse justitiele autoriteiten zijn al enkele jaren terug overgegaan tot het onderzoeken van deze zaak. Ook dit was geen aanleiding voor de Surinaamse regering om een onderzoek in te stellen. Het is gemeld dat het Nederlandse OM 50.000 Euro boete en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden heeft geëist tegen een voormalig topman van Ballast Nedam. De eis is ook dat de de verdachte het persoonlijke voordeel van ruim 8 ton terugbetaalt aan de Staat. De verdachte wordt ervan verweten het persoonlijk behaalde voordeel wit te wassen. Dit voordeel (geld) zou hij al eind mei 2001 hebben verkregen uit betalingen door Ballast Nedam aan buitenlandse agenten in o.a. Suriname. De verdachte was vanaf 1990 directeur van verschillende werkmaatschappijen van Ballast Nedam tot zijn vertrek in 1997. Daarna bleef hij nog ‘advieswerkzaamheden’ uitvoeren. De vraag rijst wie deze ‘buitenlandse agenten’ zijn. Gaat het om personen van het bedrijf zelf, mensen met een buitelandse (Nederlandse) nationaliteit of gaat het om Surinamers en Surinaamse politici? In Nederland wordt het onderzoek gedaan door de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (Fiod). De verdachte die wordt vervolgd zou op de hoogte zijn van het omkopen van deze buitenlandse agenten. Deze buitenlandse agenten moesten omgekocht worden zodat Ballast Nedam opdrachten kon verkrijgen in Suriname. Dit betekent dat degenen die omgekocht zijn, in staat waren om besluiten te beinvloeden of zelfs de besluiten hebben genomen. De vraag rijst waarom in Suriname nooit een onderzoek is gekomen naar de corruptie die gepleegd is door het bedrijf. Gaat het omdat het in casu zou gaan om mensen die nog steeds politieke macht hebben? Komt het omdat wij geen cultuur hebben om gelden terug te halen? Komt het omdat we het ergens gunnen dat mensen de kans nemen om een njang te maken? Of omdat het om buitenlands geld gaat? Indirect rijst de vraag wat de kwaliteit is van het werk dat door Ballast Nedam is opgeleverd in Suriname. Is het niet zo dat de kwaliteit van het werk dat door dit bedrijf is opgeleverd, ook in twijfel moet worden getrokken? Heeft men het werk opgeleverd conform de voorwaarden die technisch waren voorgeschreven? Terwijl in Nederland onderzoek wordt gedaan naar de betalers van de tyuku, wordt er in het land waar de betalingen zijn ontvangen geen onderzoek gedaan naar de ontvangers van de tyuku. De vraag rijst uiteraard ook waarom het nodig was voor Ballast Nedam om steekpenningen in Suriname te betalen. Waren ze niet de beste kandidaat? Moest het werk uitgevoerd worden door een ander bedrijf? Het blijft opvallend dat in Suriname alles onaangeroerd wordt gelaten en in Nederland straffen zijn en worden opgelegd en nog onderzoek gaande is. Er is een oproep in Suriname om gelden terug te halen die onrechtmatig zijn verkregen ten nadele van de staat. Er zijn landen waar de justitiele autoriteiten overgaan tot het terughalen van gelden (miljoenen/miljarden) die onrechtmatig zijn verkregen. In de NF-periode zijn twee ministers vervolgd voor strafbare feiten en corruptie en ze werden ook gestraft. Er is jarenlang een sfeer van straffeloosheid die heerst binnen de kringen van de regering en binnen de staatsbedrijven. Dat zorgt ervoor dat de staatskas altijd in problemen is. Het heeft allemaal te maken met de corruptiebestrijding in Suriname. Er zijn naar het schijnt personen die onaantastbaar zijn. Er zijn binnen de justitiele autoriteiten geen krachten die zelfstandig zaken van malversaties en corruptie kunnen aanpakken. Veel van de autoriteiten worden niet definitief in functies benoemd. Ze worden in de waarnemende functies gelaten, waardoor ze bang zijn om ontslagen te worden. Er is een angst voor rancune. Suriname kan niet tot ontwikkeling worden gebracht zolang de corruptie niet wordt aangepakt. De politieke wil is nu niet aanwezig in voldoende mate.