De quorumproblematiek binnen het Nationaal Jeugd Parlement (NJP) heeft op zaterdag jongstleden, tijdens de openbare NJP-vergadering, niet nagelaten om te debatteren over de aandachtspunten betreffende de leeromgeving op alle niveaus. Dit agendapunt was meer bedoeld om te brainstormen over toestanden waarmee scholieren te kampen hebben. Daarbij is voornamelijk de onderwijsstagnaties als gevolg van wateroverlast breedvoerig besproken. Zo deelde Kelvin Koniki, voorzitter van het NJP, mee dat het onacceptabel is hoe leerlingen heden ten dage onderwijs moeten volgen. Voor Dinesh Parag, ondervoorzitter van het NJP, is het zinvol om als jeugdvertegenwoordiger een oriëntatiebezoek af te leggen aan de diverse scholen om een inventarisatie te maken van de knelpunten waarmee scholieren te kampen hebben.
Geweld op scholen
De jeugdvertegenwoordiger, Samir Gobind, is van oordeel dat wateroverlast op de scholen een aangelegenheid is van de autoriteiten. “Op mulo Noordpool en Imeao 5 is er ook een geval waar de school onder water is. Ik heb begrepen dat de directie dit vaker heeft aangekaart bij de desbetreffende instantie, maar uiteindelijk ligt dit op het bord van de autoriteiten”, accentueert Gobind. Hij is eveneens bezorgd over het fenomeen van geweld op de scholen. Bij dergelijke vechtpartijen worden namelijk binnen de kortste tijd filmpjes verspreid, welke erg nadelig kunnen zijn voor de toekomst van de betrokken scholieren. “Op social media zien we vaak vechtpartijen van studenten. Het delen van dit soort filmpjes moet aangepakt worden, aangezien de scholieren die gevochten hebben in de toekomst onnodige problemen kunnen ondervinden. Waar zijn de politieagenten die moeten optreden?” Gobind ziet graag dat er agenten geplaatst worden in de omgeving van scholen om de agressiviteit onder de scholieren terug te dringen.
Fysieke omstandigheden scholen
De fysieke omstandigheden van de scholen, werden eveneens aan de kaak gesteld. “Mijn hart bloed; zelfs een kippenhok ziet er beter uit dan de lokalen waar de leerlingen van de districten lessen moeten volgen. Het is belangrijk dat alle districten gelijke kansen hebben”, gaf Koniki te kennen. De jeugdparlementariër Sersinio Adaba liet weten dat de leerlingen van Pokigron (Sipaliwini) op het zand lessen moeten volgen; er is niet eens een vloer, laat staan tafels en stoelen. Zenani van Throo, plaatsvervangend ondervoorzitter van het NJP, was hiervan totaal niet op de hoogte. Zij is van mening dat de directeur van het stichtingsbestuur van de Evangelische Broeder Gemeente Suriname (EBGS), Mildred Demon, in kennis gesteld moet worden over deze praktijken. “Dit is triest. Er moeten stappen ondernomen worden om de situatie kindvriendelijk te maken”, zei Van Throo vastberaden.
Aanpak
Volgens Koniki is het inschakelen van de vaste commissie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur binnen De Nationale Assemblee (DNA) noodzakelijk. Voor Hakiem Lalmahomed is vooral het frequent ophalen van de lozingen essentieel. “De overheid moet de sloten op tijd opschonen en het liefst niet tijdens de regentijd. Ik heb vrijdag via de website van de meteoroloog Nanda vernomen dat de echte regentijd van Suriname in de periode van midden juli tot midden augustus zal beginnen. Ik wil de overheid daarom op het hart drukken om de sloten op tijd op te schonen”, benadrukt Lalmahomed. Van Throo vindt dat de samenleving ook een bijdrage moet leveren aan de afvoerproblematiek. “Het feit dat de sloten grotendeels verstopt raken, komt door het gedrag van de burger zelf. Ik heb ook vaak meegemaakt dat mijn buurt Flora op tijd schoon wordt gemaakt, maar elke keer weer heb je mensen die afval komen storten. De milieupolitie moet strenger optreden, want anders is het dweilen met de kraan open”, gaf Van Throo tot slot te kennen.