Anti-pestbeleid op scholen

Onderwijsinnovatie
Het is te betreuren dat de kwaliteit van ons onderwijs alleen wordt gemeten met percentage geslaagden en zittenblijvers. Ons glo, voj en vos onderwijs is de afgelopen 15 jaren stationair te noemen. Innovaties blijven uit, onervaren leerkrachten zijn aan hun lot overgelaten, verouderde leermiddelen / curricula / examenreglementen, geen onderwijs op maat aan zorgleerlingen, geen gedegen pestbeleid op scholen, geen upgrading van kennis en vaardigheden van onderwijsgevenden, werkomstandigheden van leerkrachten zijn niet optimaal etc. Ook de Frontregering heeft er weinig aan gedaan. Onderwijsinnovatie is primair taak van het onderwijsministerie, maar onderwijsgevenden hebben in dit proces een grote rol te vervullen. Helaas beperken de onderwijsbonden zich veelal tot positieverbetering van leerkrachten. Ze motiveren hun leden niet, of onvoldoende mbt niet les gebonden taken: veel leerkrachten zijn niet te vinden voor het volgen van trainingen, het houden van schoolvergaderingen en oudercontacten buiten de schooltijden om. Het MinowC, de leerkrachten/onderwijsbonden en ouders zullen met vereende krachten moeten werken aan kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. Daarvoor zal er een sterke cohesie moeten worden ontwikkeld tussen de actoren. Nu reeds is er een zeker spanningsveld ontstaan tussen de minister en de vakbonden. Beide groepen zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen en hun eigen “identiteit” ondergeschikt moeten maken aan het belang van onze kinderen.
In dit artikel beperk ik mij tot het fenomeen pesten, dat de sociaal- emotionele ontwikkeling van gepeste leerlingen sterk negatief kan beïnvloeden.
Plagen en pesten
Plagen en pesten worden vaak door elkaar gehaald. Plagen gaat tussen twee mensen die elkaar aankunnen; de plager en geplaagde zijn aan elkaar gewaagd. De geplaagde kan zich verdedigen, zich verweren als dat nodig is. Het geplaag duurt meestal kort en is vriendelijk of zelfs grappig bedoeld. Pesten is een vorm van geweld. Bij pesten bestaat er tussen dader en slachtoffer een ongelijke machtsverhouding. De dader is meestal fysiek en verbaal sterker dan het slachtoffer en opereert vaak in groepsverband. Het gepeste kind kan zich niet of moeilijk verdedigen. De pester heeft alle macht. Pesten komt steeds terug en is kwetsend bedoeld. Pesten is een veel voorkomend probleem. Uit onderzoek blijkt dat pesten zowel op de basisschool als in het voortgezet onderwijs vaak voorkomt. Op elke school en in elke klas wordt er gepest, maar het is niet altijd eenvoudig om pesten te onderscheiden van plagen of ruziemaken.
Pesten heeft echter drie duidelijke kenmerken:
a. het pestgedrag is bedoeld om iemand te kwetsen; het gebeurt herhaaldelijk en over een langere periode. Er is een duidelijk machtsverschil tussen de dader en het slachtoffer.
b. Pesten is interessant als de pester publiek heeft; voor pesters draait het om sociale status. Dat proberen ze te bereiken door anderen publiekelijk te kleineren.
c. Of dat lukt, is afhankelijk van de rest van de groep: als andere kinderen meelachen, moedigen zij de pester aan.
Pesten op school kent verschillende vormen:
1. Fysiek: slaan, schoppen, duwen, trekken en knijpen.
2. Materieel: spullen afpakken of stukmaken.
3. Verbaal: uitlachen, vernederen, uitschelden en treiteren.
4. Relationeel: roddelen, slechte reputatie bezorgen en buitensluiten.
5. Digitaal: via de computer, telefoon, sms, facebook en chat.
Gevolgen van pesten moeten niet onderschat worden. Pesten is een hardnekkig verschijnsel, dat vaak grote negatieve gevolgen heeft voor de sociale en emotionele ontwikkeling van de slachtoffers. Psychisch geweld kan soms erger zijn dan lichamelijk geweld. Bedreigen, beledigen of doodzwijgen kunnen iemand wanhopig en gefrustreerd maken. De gepeste wordt onzeker, heeft minder vertrouwen in zichzelf en in anderen. Dit nare gevoel werkt vaak nog lang door, ook al is het pesten al gestopt. In het ergste geval ziet een slachtoffer zelfs de leuke dingen in het leven niet meer!
Pesten vergroot gevoelens van eenzaamheid en depressie bij degene die wordt gepest. Kinderen die dagelijks worden geconfronteerd met pesten krijgen het beeld dat toeschouwers niet ingrijpen, dat slachtoffers verdienen wat ze krijgen, dat macht belangrijker is dan rechtvaardigheid en dat volwassenen niet goed voor kinderen zorgen.
Ook de rest van de klas lijdt eronder: op dagen waarop leerlingen iemand gepest zien worden, vinden ze school minder leuk.
Veel volwassen die vroeger zijn gepest, hebben nog steeds een lagere eigenwaarde. Ook kunnen ze moeilijker vriendschappen onderhouden en voelen ze zich minderwaardig in de omgang met de andere sekse.
De pesters zelf krijgen op lange termijn soms sociale problemen: ze komen vaker in aanraking met justitie en drinken meer alcohol.
Erkennen en herkennen
Klasgenoten en leerkrachten blijken niet altijd te zien dat er gepest wordt; deels omdat het gevoel gepest te worden subjectief is en pesten zich vaak afspeelt als de leerkracht niet kijkt. Het pesten moet herkend en erkend worden. Kinderen die gepest worden, schamen zich vaak en durven er niet goed met anderen over te praten. Maar vaak is uit signalen wel op te maken dat er iets aan de hand is. Mogelijke signalen zijn: angst om naar school te gaan, last krijgen van nare dromen, concentratiestoornissen waardoor de schoolprestaties achteruit gaan. Ook hebben deze kinderen vaak last van lichamelijke klachten zoals misselijkheid, hoofpijn of buikpijn. Voorts hebben leerkrachten er grote moeite mee openlijk te erkennen dat zoiets in hun klas gebeurt. Je bent als leerkracht er verantwoordelijk voor dat alle kinderen zich veilig voelen in je klas. En als je toegeeft dat dat niet altijd lukt, dan kan dat als falen voelen.
Rol MinowC en scholen
Dagelijks worden er honderden leerlingen gepest. Wat doen het MinowC en de scholen aan anti-pestgedrag? De gevolgen van een nare tijd op school zijn groot, dit menselijk leed is tot ver in het leven te voelen. Scholen zouden verplicht moeten worden om voor alle leerlingen een sociaal veilig klimaat te creëren. Het pesten op scholen moet worden teruggedrongen. Kinderen hebben recht op een veilige en beschermde omgeving. Helaas kunnen we dit op onze scholen nu niet garanderen. Onze scholen kennen geen anti- pestbeleid. Door scholen te verplichten met een effectieve anti-pestmethode aan de slag te gaan, kunnen we pesten terugdringen. Elke school moet een positieve groep scheppen: respect en behulpzaamheid i.p.v. veroordelen.
Het is waar dat passiviteit van de omstanders er mogelijk meer inhakt dan het pesten zelf.
“ Als ik maar gesteund was “ zeggen veel volwassenen, die zijn gepest. Als je ziet dat er iets vervelends gebeurt en je loopt gewoon door zonder iets te doen, dan doe je eigenlijk mee. Marten Luther King zei: “ uiteindelijk zullen we ons niet de woorden van onze vijanden herinneren, maar het zwijgen van onze vrienden”. Er is veel werk aan de winkel voor onderwijsminister Ferrier.
JACK MOHANLAL

error: Kopiëren mag niet!