De levenspartner van Sherwin Lovell, een van de overlevenden van de barbaarse piratenaanval op vissers voor de kust van Suriname, is gisteren komen te overlijden. Michelle Carol was sinds het bekend was dat er vissers op zee vermist werd, ziek geworden. “Ze was gestrest na de aanslag op ons op zee. Ze dacht dat ik al dood was”, zegt Lovell aan de Guyanese krant Guyana Chronicle. Lovell werd wonderbaarlijk na enkele dagen dobberen op zee en daarna de oever bereikt te hebben, door voorbijgaande vissers ontdekt. “Toen ik levend thuis aankwam, was ze blij, maar bleef ziek”, zegt de 33-jarige Lovell, die aan de Palominastraat in Paramaribo woont. “Ik hield heel veel van haar, al waren we niet lang samen”, zegt Lovell. Door deze liefde voor haar heeft Lovell geweigerd 2 dagen ter observatie door te brengen in het ziekenhuis. “Ik wilde bij haar zijn. Ik had gehoord dat ze heel ziek was geworden door de situatie en ik wilde voor haar gaan zorgen. Ik maakte soep en andere maaltijden voor haar, maar ze kon niet eten. Zondagmorgen bracht ik thee voor haar, maar toen bleek dat ze overleden was”, vertelt een emotionele Lovell.
Lovell, die een aantal diepe kapverwondingen aan zijn lichaam heeft, vooral aan zijn armen, heeft geen enkele avond goed kunnen slapen na de aanslag op zee op vrijdag 28 april. Lovell is nu op zoek naar zijn familie, vooral van zijn overleden vrouw in Eastbank Demerara, Guyana, om hem bij te kunnen staan. “Ik kan niet werken. Het enige wat ik had, heb ik nu ook verloren. Ik weet niet hoe verder nu. Hoe ik verder moet.” Lovell is al 10 jaar visser van beroep en komt uit de Craig Village van East Bank Demerara. Echter woont hij nu al jaren in Suriname.
“Ik ga nooit meer op zee en vissen doe ik nooit meer in mijn leven”, zegt hij. Door het overlijden van zijn vrouw, heeft Lovell ook de meeting met de Guyanese minister van Public Security, Khemraj Ramjattan, gisteren moeten skippen. Ramjattan is op een 3-daagse bezoek in Suriname en had gistermiddag een ontmoeting met de vissers te Commewijne.