Op social media regenen de vele betuigingen van medeleven in het geval van de vermissing van de 16 vissers voor de kust van Suriname. Er is een bericht gelanceerd dat officieel het zoeken naar de 16 vermisten is gestaakt, waaruit de conclusie kan worden getrokken dat de autoriteiten nu al ervan uitgaan dat de slachtoffers kennelijk het niet hebben gered. Aan de zeepiraterij voor onze kust hebben we ettelijke keren aandacht besteed. Er is voor de kust geen aanwezigheid van het Surinaams bevoegd gezag op de wateren. Het is al een hele tijd, ook nu er een Kustwacht in het leven is geroepen bij wet, een free for all. Er wordt illegaal gevist in onze wateren en bij toeval wordt eens een boot gepakt. Wanneer dat gebeurt, dan komt corruptie vanuit de rechterlijke macht (vervolging) om de hoek kijken en vinden weer vreemde taferelen plaats. De visstand wordt voor onze kust vernietigd en Suriname heeft alleen grip op de boten die met een vergunning vissen. Er is geen onderzoek gedaan, maar het schijnt dat in de zeevisserij voor een groot deel vreemdelingen werkzaam zijn. Hooguit is een verdwaalde Surinamer op de boten die opgegroeid is met bijvoorbeeld Guyanezen die hier jarenlang wonen in bijvoorbeeld Commewijne. Ook Aziaten zijn in de zeevisserij werkzaam. Het gerucht is dat een behoorlijk deel van de vreemdelingen werkzaam in de zeevisserij, illegaal is. Ze zitten in een grijs vlak en kunnen vanwege hun illegaliteit niet stappen naar de politie, andere overheidsafdelingen of de medische sector. Het exacte antwoord kennen wij niet, maar de kans is niet klein dat de woon-, werk- en leefomstandigheden van deze vissers niet is om over naar huis te schrijven. Onderling is er tussen de vissers veel geweld, men lost veel geschillen op met de scherpe messen waarmee men vis fileert. Ledigheid is des duivels oorkussen, dat geldt ook voor de vissers wanneer ze aan land zijn. Er is op de plekken waar de mannen aan land komen niet veel gezond vertier. Men geeft zich over aan ‘palm’ en aan de hoeren die dan na elke ontvangst de tijd van hun leven beleven. Soms worden op grote schepen vrouwen ook meegenomen op zee voor georganiseerd vertier. Na elke bericht over een roof voor de Surinaamse kust, staat de stedeling perplex en met een mond vol tanden te kijken. Geeft de Surinaamse regering wel om deze (illegale) vissers of willen wij alleen de vis die ze aan land brengen? Hebben we mededogen met deze mannen die niet integraal deel uitmaken van de Surinaamse samenleving? En wie zijn de rovers die voor de kust van Suriname actief zijn? Gaat het hier om personen met de Surinaamse nationaliteit of gaat het om mensen met een vreemde nationaliteit? We hebben gedurende de jaren wel een gezicht kunnen geven aan de slachtoffers op zee, maar nog niet aan de criminelen. Zolang het niet duidelijk is om wie het gaat, is het onvoorstelbaar om fundamenteel het vraagstuk van de crime op zee aan te pakken. Het ongeval van de 16 vissers heeft ook de Washington Post gehaald. Suriname heeft nu de middelen niet om met grootscheepse operaties het gebied te monitoren en de veiligheid van de vissers in onze wateren te garanderen. Elke keer wanneer de vissers op zee gaan, gaan ze ‘op hoop van zegen’. Werken in de visserij is dus per definitie in Suriname een riskante zaak en daarom zijn Surinamers niet te vinden voor dit werk. De vis willen we echter wel blijven consumeren. De veiligheid in onze territoriale wateren is een zaak die ligt op het bord van de minister van Defensie (Ronni Benschop) en het leger, de politie, de MAS en nu ook de Kustwacht. Maar in de eerste plaats is structurele crime een klap in het gezicht van Benschop en het leger. De rovers zijn heer en meesters in onze wateren en ze nemen een loopje met Benschop en het leger (marine). Is het toelaatbaar dat er on onze wateren een wild-west-situatie heerst? Als Suriname het niet alleen kan, dan moet er een samenwerking aangegaan worden met de Guyanezen en de Fransen en ook de Amerikanen en met de eilanden die voor de Zuid-Amerikaanse noordkust voorkomen. Het moet de Amerikanen toegelaten worden dat ze in onze wateren patrouilleren. De autoriteiten hebben in Suriname nooit de durf en de wil getoond om de veiligheid van de vissers serieus te nemen. Ze hebben met de samenleving nooit over deze zaak gecommuniceerd. Bijvoorbeeld is nooit aan de samenleving voorgehouden wie de vermoedelijke rovers zijn, dus uit welk land ze afkomstig zijn. De zeerovers zouden volgens geruchten in de wandelgangen afkomstig zijn uit Guyana en vermoedelijk komen ze uit de gemeenschappen waar de zeevissersgemeenschappen zijn gevestigd. De Guyanezen hebben in tegenstelling tot Suriname wel een traditie om op zee te gaan werken, het is dus een iets ruiger volk dan Surinamers die nu alleen met een tablet en computer willen werken maar de glo wel niet durven af te maken. Wereldwijd hebben piraten een gezicht, bekend zijn de zeepiraten op de handelszeewegen uit Somalië en Ethiopië. In deze internationale wateren hebben de marines van de landen die koopvaardijschepen hebben, de krachten gebundeld om deze rovers met succes een kopje kleiner te maken. Suriname heeft nu een Kustwacht. Laten we nu dan enige beweging zien en laten we vooral ervoor waken dat incompetente vriendjes van de politiek in de organen van de Kustwacht gaan zitten, die de bel wel hebben horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt.