Ruimtelijke ordening nog steeds niet afgestemd op agrarische productie
Varsha Boejharat, ondernemer bij Papeeta Basket (een papajateler), heeft vorige week tijdens een discussieavond van de Spatial Planners Association Suriname (Spasu) haar praktijkervaring gedeeld over ruimtelijke ordening. Haar bedrijf werd in 2017 door de stichting Duurzame Ontwikkeling Nederland Suriname (d’ONS) uitgeroepen tot het meest duurzame bedrijf in Suriname.
Zij heeft een landbouwareaal in het district Wanica. Als agrariër heeft zij in de loop der jaren een duurzaam systeem ontwikkeld, waarbij naast papaja, ook andere gewassen geplant worden. Papeeta Basket tracht de diversiteit te verhogen, maar tegelijkertijd de negatieve effecten voor het milieu te verminderen. Zij komt ondanks deze inspanningen echter tot de conclusie dat de ruimtelijke ordening, rond haar werkterrein in ieder geval, niet goed afgestemd is op de agrarische sector. Dit is iets waar zij al jaren over hoorde, maar nu zelf aan den lijve moet ondervinden. “Mijn buren vinden de sector misschien niet zo interessant. Zij hebben ervoor gekozen om de goede landbouwgronden die zij bezitten, uit te geven voor andere doeleinden, zoals verkavelingsprojecten of woningbouw. Dat heeft voor mij tot gevolg gehad dat met de zware regelval mijn aanplant onder water liep. Er moest een nieuw afvoersysteem worden aangelegd. Daarnaast is ook opmerkelijk dat het water na een zware regenval, in plaats van 2 of 3 uren, nu langer over doet om weg te lozen. De druk komt mogelijk door de nieuwe bestemming van de landbouwgronden”, stelt de landbouwer.
Als er van het ‘Agro-Ecological Zoning in Suriname’ rapport (2017) mag worden uitgegaan, beschikt Suriname over 15.000 km² aan grond, dat geschikt is voor papajateelt. Geschikt wordt gedefinieerd als ‘met minimale input een hoog rendement kunnen halen’. Uitgaande van haar productiecijfers komt Boejharat met deze 15.000 km² op een brutobedrag van SRD 18 miljard dat op jaarbasis verdiend kan worden aan papaja. Het verbaast haar daarom dat mensen ondanks deze potentie in Suriname ervoor kiezen om landbouwgronden uit te geven voor andere doeleinden. “Alsof dat niet erg genoeg is, laat het beleid dit ook toe. Een duurzaam keten begint bij een goede organisatie van de sector en daarvoor is ruimtelijke ordening heel belangrijk”, aldus Boejharat.
“Wat doet LVV eraan om ervoor te zorgen dat de grond, die primair gebruikt dient te worden, ook daadwerkelijk daartoe wordt bestemd, in samenwerking met RGB? Slaat LVV daadwerkelijk met de vuist op de tafel?”, werd tijdens de discussieronde gevraagd door advocaat Serena Essed. Een vertegenwoordiger van LVV, Eugene Kromodirijo, stelde dat het ministerie van RGB soms afwijkt van de bestemmingen in de bereidverklaringen. Er wordt dan zonder advies van LVV gewerkt. “Het is gebeurd. Dit hebben wij een paar keren meegemaakt”, zei Kromodirijo.
Sohrabali Kadirbaks, onderdirecteur Ruimtelijke Ordening, ging in op de uitspraken van Kromodirijo. “Grondaanvragen worden gericht aan de minister van RGB. De minister gaat te werk met de richtlijnen. Adviezen dienen te worden opgevraagd bij betreffende instanties”, stelt hij. Hij stelt dat er soms adviezen naar RGB komen die niet duidelijk zijn (niet goed geformuleerd). Daarnaast merkt hij op dat adviezen niet bindend zijn. De minister heeft alleen de plicht om advies te vragen. “Het komt wel eens voor dat mensen duizenden hectaren grond aanvragen. Op die duizenden hectaren komen er maar 3 koeien te staan. Wat doet RGB of LVV aan controle? Wordt het perceel teruggenomen?”, vroeg Boejharat aan de RGB-vertegenwoordiger.
Gebrek aan kader bij de overheid
Kadirbaks ging hierop in met de stelling: “De overheid is het ondernemendst. Als je gaat controleren heb je voertuigen nodig. Dat soort zaken hebben wij ook niet. Wat wij doen om zo een terrein terug te nemen: er moet daarop beleid gemaakt worden”, aldus Kadirbaks. Uiteindelijk blijkt in de praktijk wel dat zulke percelen worden verkaveld. Het blijkt ook RGB te zijn die de bestemmingswijzigingen goedkeurt. Essed haalde echter aan dat de wetgeving duidelijk is over het intrekken van percelen die niet in cultuur worden gebracht. Wat voor beleid moet worden gemaakt, ziet zij niet in. Voor haar is het maar een kwestie van politieke wil om de puinhoop aan te pakken.
Kavish Ganesh