Wetgeving is voor onderwijsminister Lilian Ferrier een prioriteit. Zij doelt zich vooral op wetgeving, gericht op inclusief onderwijs voor kinderen van de basisschool. Hoger onderwijs stelt de minister niet hoog op haar prioriteitenlijst. Dagblad Suriname vroeg de minister wat haar approach zal zijn richting universitair en hoger beroepsonderwijs. Dit, vooral gezien de universiteit met financiële tekorten zit, en studenten vrezen voor hun toekomst. “Ik weet niet als de generatie zal vergaan, want die zijn al ver gevorderd. Hoeveel procent komt op de universiteit? Nog geen 2%. Ik heb wel 100% op de lagere school. Dan hoe moet ik het verdelen? Mijn prioriteit is absoluut daar (lager onderwijs). Als je kijkt naar mulo: 11% slaagt voor vwo en 17% slaagt voor havo of omgekeerd. Moet ik naar dat klein groepje gaan kijken, wat al loopt, of moet ik gaan investeren in het jong kind?”, stelt Ferrier.
550 internationale beurzen blijven onbenut
De president heeft haar meegedeeld dat er 550 internationale beurzen zijn die niet benut worden. Zij vraagt zich af, waarom Surinaamse kinderen niet naar het buitenland gaan. “Zijn ze te beroerd om een andere taal te leren? Wat is het probleem? Waarom laten wij die beurzen liggen?”, vraagt de minister zich af. Studenten moeten volgens Ferrier de safety zone van thuis afleren, en leren hoe het in het buitenland aan toegaat. Het accent leggend op de universiteit, meent Ferrier dat de studenten anders zullen moeten leren. Theorie en praktijk mengen, blijkt voor haar veel interessanter te zijn dan achter bureaus studeren. Vooral onderwijs gericht op de Surinaamse situatie is waar zij naar uitkijkt.
Als zij de belangen overweegt, vindt zij de universiteit al zelfstandig genoeg om wat te worden. Het kind dat echter hulp nodig heeft in kennis en vaardigheden, moet gecoacht worden, wil die een volwaardige burger worden.
Kavish Ganesh