Op de bijeenkomst van het Vrouwen Parlement Forum (VPF) van 24 maart 2018 vormden ‘leiderschap en opvoeding’, voornamelijk binnen het onderwijs, een centraal thema. Daarbij hebben de inleiders Renate Wouden (voorzitter van de Bond Belangenbehartiging voor Gepensioneerden uit Overheidsdienst), Emmy Hart (directeur van Stichting Rumas) en de theoloog Leendert Pocorni hun kennis en ervaring gedeeld met het publiek, dat goed vertegenwoordigd was in de zaal van het Lalla Rookh-gebouw. Hart benadrukte tijdens haar presentatie de oorzaken van ongewenst gedrag bij kinderen op onderwijsinstellingen en wat leraren en ouders daartegen kunnen doen.
Afwijkend gedrag en opvoeding hebben een correlatie met elkaar. “Opvoeden is een kunst”, stelt Hart. En deze kunst moeten ouders alsook onderwijsgevenden zo vroeg mogelijk in het leven van de kinderen toepassen. Wat leidt nu tot ongewenst gedrag? Hart accentueert dat dit het resultaat is van onacceptabel gedrag dat niet gecorrigeerd is. Ook de onkunde over de opvoeding, teveel mede-opvoeders, grenzen die onduidelijk zijn en ineffectieve communicatie spelen daarbij een rol. “Eigenlijk hebben kinderen geen gedragsprobleem, maar juist de volwassenen; zodra een kind iets verkeerds doet, moet het terstond gecorrigeerd worden.”
Lead by example
‘Lead by example’ is de meest effectieve manier om de kinderen bij te schaven. Voordat er gekeken wordt naar de aanpak tegen ongewenst gedrag, is het van belang om eerst na te gaan wat kinderen in principe nodig hebben. Hart legt uit dat elk kind behoefte heeft aan persoonlijke aandacht, steun, begeleiding en een stabiel gezin waar liefde overheerst. “Daarnaast zijn de 3 R’s (regelmaat, reinheid en rust) eveneens essentieel.” Dit is nodig om het kind de normen en waarden van jongs af aan te leren. Wanneer kinderen bijvoorbeeld hun grenzen kennen, krijgt afwijkend gedrag geen kans wanneer ze volgroeid zijn. “Op het moment dat u als ouder uw verantwoordelijkheid niet neemt, wordt het ingevuld.”
Daarom is het noodzakelijk dat ouders en ook leraren hun opvoedende rol onderkennen om conflicten met kinderen te voorkomen. Om dit te kunnen doen, dient er een vertrouwensrelatie met het kind opgebouwd te worden. “Dit geldt voor elk kind!” Alleen op deze manier kan het kind zich uiten en kunnen verbeteringen in het gedrag gerealiseerd worden. Voor leraren geldt tevens dat zij uitgerust zijn bij het onderwijzen en opvoeden, duidelijke regels vaststellen en te allen tijde respect tonen voor het kind. “Zoek in probleemsituaties ook naar hulp. Kinderen vragen niet veel; sommige willen een arm hebben, sommige willen iets moois horen, sommige willen een cadeautje. Door hen te stimuleren in hun ontwikkelingsproces kan ongewenst gedrag voorkomen worden”, aldus Hart.
KSR