OM eist 4 jaar celstraf voor ontvoering en beroving Kalipdewsing

Surindra A. en Jeraitel riskeren elk een gevangenisstraf van 4 jaar met aftrek. Openbare aanklager Shanta Mahadew heeft maandag haar strafvoorstel gepresenteerd in de berovings- en ontvoeringszaak van de eigenaar van Combe Markt, Kries Kalipdewsing. Aan de verdachten wordt het verwijt gemaakt dat zij tezamen en in vereniging het slachtoffer op 27 juni hebben uitgelokt. Ook wordt aan hen verweten dat zij tezamen met de militair S.T. het slachtoffer hebben afgeperst tot de afgifte van Euro 300.000. Behalve deze feiten worden aan hen ook uitlokking tot afpersing en medeplegen tot afpersing verweten. Deze 4 feiten zijn cumulatief aan de verdachten ten laste gelegd. Als feit 2 wordt aan de verdachten wederrechtelijke vrijheidsberoving verweten, afpersing van een geldbedrag van SRD 20.000, Euro 7.500 en een vuistvuurwapen. Het laatste feit is overtreden van de Vuurwapenwet. De vervolging achtte tegen het brein achter deze zaak, de verdachte Surindra, de feiten wettig en overtuigend bewezen. Als bewijsmiddel hanteerde het OM het proces-verbaal van de aangifte op 27 juni. De benadeelde Kalipdewsing was benaderd door de verdachte Surindra om enkele percelen op te kopen van zijn grootvader. Op 27 juni 2017 moest de benadeelde naar het kantoor van Surindra, gevestigd in het Maretraite Project te Wanica, om de koopovereenkomst te sluiten. Volgens verdachte Surindra hadden zijn vader en grootvader hen daar uitgenodigd. Naar zeggen van de verdachte bevonden die 2 zich reeds ter plekke. Het slachtoffer was daarbij door de verdachte Surindra vanuit Combe Markt vervoerd naar het Maretraite Project. Bij het kantoor aangekomen, bleek dat geen van de 2 voornoemde personen, terplekke waren. Ze namen vervolgens plaats in het kantoor. Op een bepaald moment liep Surindra naar buiten om een sigaretje te roken. Kort daarna hoorde de benadeelde enkele voetstappen achter zich en werd hij in een wurggreep genomen. Een manspersoon richtte vervolgens een jachtgeweer op Kalipdewsing en werden zijn handen en voeten vastgebonden. Een geldbedrag groot SRD 20.000, Euro 7.500 en enkele persoonlijke goederen alsook een vuistvuurwapen welke het slachtoffer bij zich had, werden door de verdachten afgepakt. Ook de verdachte Surindra werd vastgebonden aan zijn handen. Nadat een zak over het hoofd van Kalipdewsing werd geplaatst, hoorde het slachtoffer de mannen hem voorhouden dat hij een bedrag groot Euro 300.000 aan hun moest geven, daar zij het gezin van Surindra hadden gegijzeld. De benadeelde moest samen met Surindra het geld gaan halen bij Combe Markt. Onderweg daar naartoe moest Surindra telefonisch contact met de overvallers onderhouden. Ook verzocht Surindra het slachtoffer om te helpen zijn gezin te bevrijden door het losgeld aan de overvallers te betalen. Aangekomen bij Combe Markt werd de verdachte Surindra door de security-guards aangehouden. Tijdens de rit naar het kantoor kreeg Surindra enkele telefoontjes, waarbij hij tijdens de gesprekken het woord “pa” gebruikte. Het slachtoffer nam gevoeglijk aan dat hij met zijn vader sprak.
De vervolging merkte op dat de verdachten de argeloze 66-jarige man op gewelddadige wijze van zijn bezittingen en zijn vrijheid hebben beroofd. Het gebeurde is voor de benadeelde een zeer angstige situatie geweest, daar hij tijdens het geval onwel werd vanwege zijn onstabiele gezondheidstoestand. De gevolgen ervan hadden voor hem evengoed fataal kunnen zijn, aldus het OM. De verklaring van het slachtoffer en de verklaring van Jeraitel komen overeen. Volgens Jeraitel hebben hij en de militair gewerkt volgens de instructies van Surindra. De verdachte Surindra had hen voorgehouden dat het slachtoffer hem moest betalen. Om het geld van hem af te dwingen, hadden zij het plan beraamd. In die fase wisten de verdachten Jerailet en de militair S.T. niet dat de benadeelde de eigenaar van Combe Markt betrof. De militair wordt in deze strafzaak door de krijgsraad berecht. Hij had in het vooronderzoek meegewerkt aan het onderzoek. Later kwam hij terug op zijn verklaring.
Advocaat Irvin Kanhai heeft voor zijn cliënt Surindra gepleit. Ten eerste concludeerde Kanhai om het OM niet ontvankelijk te verklaren, daar zij de feiten cumulatief heeft ten laste gelegd. Hij vond de wijze van tenlastelegging onrechtvaardig. Hij legde uit dat de feiten samenlopen. De dagvaarding was Kanhai niet duidelijk en helder. Bovendien komt de advocaat tot de conclusie dat er sprake is van medeplichtigheid bij Surindra. Surindra heeft geen enkele feitelijke handeling gepleegd met betrekking tot de afgifte van de goederen, het vuurwapen en geld. Bovendien had het slachtoffer zelf uit zijn zak de goederen weggehaald. Dus er is geen sprake van wederrechtelijke toe-eigenen. De raadsman verzocht de rechter om de dagvaarding partieel nietig te verklaring. Surindra is uitlokking ten laste gelegd. De uitlokker is nooit ter plekke, legde Kanhai uit. De vervolging handelt in strijd met de feiten. Bovendien vindt hij dat er geen ondersteuning is in het feitenmateriaal.
Opzettelijke vrijheidsberoving of gijzeling?
Hier is er nadrukkelijk sprake van gijzeling, stelde de raadsman. In deze zaak was duidelijk dat het oogmerk was om geld te halen bij Kalipdewsing. Dit alles is geheel vrijwillig gebeurd. Hij wilde naar het kantoor. De wederrechtelijkheid ontbreekt volgens de raadsman. Naar mening van de advocaat heeft de vervolging de plank misgeslagen. Bovendien heeft het slachtoffer in een bidhouding de rechter verzocht om de verdachte in vrijheid te willen stellen. Hij heeft afgezien van de verdere vervolging. Dit, omdat het slachtoffer niet zo heeft ervaren zoals in de dagvaarding is ten laste gelegd. Advocaat Robby Denz zal op de volgende zittingsdag pleiten. Op 9 april wordt de behandeling voortgezet. Kanhai heeft na zijn pleidooi de rechter verzocht om te anticiperen en de verdachte in vrijheid te willen stellen. Rechter Siegline Wijnhard anticipeerde niet en wees het verzoek af. Beide verdachten blijven aangehouden.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!