Tijdens de algemene ledenvergadering (alv) van de Particuliere Lijnbushoudersorganisatie (PLO) op donderdagavond, kwam aan het licht dat 163 busvergunningen niet afgehaald zijn door de particuliere bushouders. Dit gaf John Mahadewsing, voorzitter van PLO, aan de bushouders te kennen. Het klinkt nogal bizar dat een vergunning op het ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C) blijft liggen. De reden dat de afgifte hiervan niet vlot verloopt, is dat de bushouders tal van documenten moeten overleggen, waaronder een bewijs van goed gedrag. Daarom drukt Mahadewsing de bushouders op het hart dat zij de termijn van 6 maanden, waarbinnen een vergunning verlengd moet worden, in acht nemen om ongerief te voorkomen. “Het is gebleken dat een aantal mensen hun verplichtingen niet is nagekomen; het huiswerk dat het ministerie heeft gegeven, is niet gemaakt door de bushouders. De directeur van Transport is ook rancuneus geweest om alle vergunningen die vervallen zijn, in te trekken.”
Mahadewsing beklemtoont dat het ministerie eveneens verplichtingen heeft. “Er zijn stukken sedert 2016 ingediend. En als zo een vergunning nu vervalt, terwijl je het niet eens hebt gekregen, is het niet onze schuld. En dan probeert het ministerie dit in onze schoenen te schuiven.” Gezien de chaotische gang van zaken heeft het PLO-bestuur een akkoord bereikt met het ministerie. Dit houdt in dat alle bushouders wiens vergunningen sedert 2014 vervallen zijn, in de gelegenheid gesteld worden om een nieuwe aan te vragen. Dit kan tot uiterlijk 16 april 2018. “Na deze periode is het niet meer mogelijk om de vervallen vergunning in orde te maken”, aldus de PLO-voorzitter.