De onderhandelingen tussen het bestuur van de Anton de Kom Universiteit van Suriname (BvU) en de Werknemersfederatie Universiteit (WFU) zijn gisteren na positieve vooruitzichten, toch nog vastgelopen. Partijen zijn zonder nadere afspraken te maken uit elkaar gegaan. Vandaag wordt de ingang van het universiteitscomplex wederom gebarricadeerd door het Technisch en Administratief Personeel (Tappers).
Breekpunt
“Alles liep goed, plotseling is het misgegaan”, stelt WFU-ondervoorzitter Mahinder Kalicharan. Er zijn vier punten besproken waarvan één de reden was voor beëindiging van de bijeenkomst. Er is overeenstemming over de belastingen, die zijn ingehouden op kledinggeld van een deel van de werknemers. Die worden teruggestort. Daarnaast werd overeengekomen dat de onderhandelingen over de collectieve arbeidsvoorwaarden op 1 mei 2018 van start gaan. Het derde punt ging over beleidsdocumenten die door de federatie werden opgevraagd, waar zij via het bestuur ook over heeft kunnen beschikken. Het punt van de salariscorrecties werd een probleem. Het UvB en de WFU hebben beide hun voorstellen gedaan over de uitvoering van de salariscorrectie. Precies hier lagen de meningen ver van elkaar, met als gevolg een breekpunt. “Partijen zijn niet boos uit elkaar gegaan. Er waren alleen meningsverschillen die nog overeind staan. Er zijn ook geen afspraken gemaakt voor andere bijeenkomsten”, zegt Kalicharan. Dit zijn geen zaken die op papier zijn vastgelegd, waar er getekend is voor overeenstemming. Het is allemaal gebleven bij mondelinge beraadslagingen.
Studenten
Emanuel Scheek, vertegenwoordiger van de studenten in het hoofdbestuur, stelt tegenover de krant dat er van tevoren was geanticipeerd is op de negatieve effecten van de staking. “Je moet jezelf voorstellen dat studenten nu niet eens kunnen afstuderen.” Hij heeft vooralsnog niet kunnen kortsluiten met de studenten, aangezien alles ‘plat’ ligt. Hij hoopt dat het probleem zo spoedig als mogelijk wordt opgelost.
Schuld
Dagblad Suriname sprak ook enkele Tappers, die gedurende de beraadslagingen bij de poort stonden. Veelal is de mening dat er door de werkgever met twee maten gemeten wordt. “Docenten staken één dag en zij krijgen wat zij willen. De WFU is al anderhalf jaar in gesprek en krijgt nog niets”, stelt een gebelgde Tapper. De WFU is in het afgelopen jaar vaak in actie gekomen om vooral voor haar financiële positie te strijden. De Tappers worden volgens de leden telkens in de positie gebracht om voor hun rechten op te komen. De schuld wordt geschoven in de schoenen van het UvB.
Ongelijke behandeling
Het UvB is zich ervan bewust dat men niet voldoende geld bij het ministerie van Onderwijs tegoed heeft. Zij dient het geld te zoeken bij de minister van Financiën. Volgens enkele Tappers hangt het in deze zeker af van hoe lief het UvB kijkt naar de Financiënminister om aan wat geld te komen. Tot daar snapt men het bestuur wel. Men stelt echter dat als er een commitment kan worden gemaakt met de wetenschappers, die een groter deel van de begroting van de Adekus voor zich houden, er naar een kleiner deel wel gekeken kan worden. “Men praat altijd over docenten en studenten. Men vergeet de anderen die bijvoorbeeld de lokalen moeten schoonmaken.”
Kritiek op wetenschappers
Enkele Tappers, die buiten medeweten van de WFU zijn geïnterviewd, stellen ontevreden te zijn met de houding van enkele wetenschappers. De staking (of het beraad, zoals voorzitter Hugo Blanker het noemt) wordt volgens enkele leden van de WFU gedwarsboomd door de wetenschappers. Er wordt vooropgesteld dat een aantal docenten/wetenschappers de Tappers een warm hart toedraagt en dat ook duidelijk kenbaar maakt. Gesproken over wetenschappers die de Tappers geen warm hart toedragen en de acties maar lastig vinden, blijft ook kritiek op de ‘wetenschapper’ niet weg. “Ga maar aan de studenten vragen hoe zij achter docenten moeten aanrennen. Docenten krijgen een fors salaris om te doceren én wetenschappelijk onderzoek te doen. Wie doet wetenschappelijk onderzoek? Uit de velen die er zijn, kun je op je handen tellen hoeveel er zijn die onderzoek verrichten. Die zijn er zeker maar 5%. Men zit hier met mastertitels, maar ze zijn niet geknipt voor de job. Vandaar dat de studenten alleen theoretisch worden onderricht en die van PTC en andere instellingen op de arbeidsmarkt aantrekkelijker zijn”, stelt een andere Tapper.