Latoya F. en Marciano P. zijn in de ogen van het Openbaar Ministerie schuldig voor het uitvoeren van 112 gram cocaïne in een doos die zij op 5 november 2017 hadden aangeboden bij een postbedrijf. Openbare aanklager Reshna Jhinkoe vorderde tegen Latoya een geheel voorwaardelijke celstraf van 6 maanden en een geldboete van SRD 500, die te vervangen is met een hechtenis van eveneens 2 weken. Haar comparant, Marciano, riskeert een celstraf van 6 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en een geldboete van SRD 1000 subsidiair een maand hechtenis. Het verderfelijke spul werd tijdens de scancontrole in de doos ontdekt. Medewerkers van het postbedrijf haalden een map uit de doos, waarbij bleek dat de map een dubbele bodem had. Hierin bleek de drugs te zijn verstopt. Latoya zei eerder aan de rechter dat zij door haar vriend was gevraagd om de doos bij zijn broer, Marciano, te nemen en deze voor hem te posten. Zij wist helemaal niets over de drugs. Marciano gaf toe inderdaad de doos aan Latoya te hebben afgestaan, maar beweerde dat slechts grondpapieren in de map zaten. Volgens Jhinkoe is het wel vreemd dat de vriend van Latoya Clifton heet, terwijl op de map de naam Sabajo S. stond. Op 15 mei zullen de raadslieden van de verdachten pleiten. De voorlopige hechtenis van beide verdachten is eerder opgeheven.
FR