Minister Ronni Benschop van Defensie heeft donderdag in De Nationale Assemblee (DNA) meegedeeld dat het stafdorp van Moengo niet meer door militairen wordt bewaakt. Volgens de bewindsman heeft ‘men’ huizen daar vrijgegeven zonder medeweten van hem en zijn ministerie. Toen dat hem ten oren kwam, heeft hij gelijk de boel daar teruggetrokken. “Het is niet meer in handen van ons en u ziet wat er daar gebeurt. En er zal nog meer gebeuren als de zaken zo blijven”, aldus Benschop in zijn korte toelichting. NDP-fractieleider Andre Misiekaba drong in een korte interruptie aan dat de bewindsman duidelijker moest zijn en aan moest geven wie precies degenen zijn die de huizen daar hebben uitgegeven. De aanduiding met ‘men’ is volgens hem te vaag. Benschop zei na overleg met waarnemend regeringscoördinator Soewarto Moestadja dat hij deze informatie schriftelijk zal opsturen voor het college. Het was het assembleelid Marinus Bee (Abop) die de regering vroeg waarom het stafdorp al geruime tijd overwoekerd is. “Het ziet er verwaarloosd uit. Onlangs zijn er kinderen aangevallen door bijen”, stelde de Abop’er. Bee benadrukte geen probleem te hebben met de militaire aanwezigheid in het gebied mits daar wordt onderhouden. Benschop benadrukte dat ongeveer een jaar terug militairen door president Desi Bouterse, het hoogste gezag, in het gebied geplaatst werden om verwaarlozing en verloedering te voorkomen. De bewindsman wees erop dat het vaker is voorgekomen dat Bee in het parlement aan heeft gegeven dat de militairen Moengo met rust moeten laten en liever het betwiste Tigri-gebied moeten gaan beschermen. De concessie rond het gebied is vorig jaar door Alcoa overgedragen aan de regering. Er zijn toen borden aangebracht met het opschrift ‘verboden toegang’ en ‘militair terrein’. Natuurlijke Hulpbronnen had het beheer over het gebied. Alcoa heeft het gebied overgedragen aan het ministerie. Het Nationaal Leger is uiteindelijk door de president ingeschakeld om het gebied te bewaken.
FR