De informatie naar het publiek toe is volgens de fiscus over de hele linie genomen, niet altijd even goed. Het streven is om op 1 juli 2018 de belasting toegevoegde waarde (BTW) in te voeren. Een onderdeel van het communicatieprogramma van de Belastingdienst werd gisteren gepresenteerd middels de lancering van de website (www.belastingdienst.sr). Er moeten volgens de directeur van de Belastingdienst, Roy May, nog heel wat zaken onbedoeld worden geregeld. Er wordt met man en macht (8 dagen in de week, zoals hij het zegt) gewerkt om de deadline te halen.
BTW vs omzetbelasting
BTW is een gebruiksbelasting. Het vervangt bij intrede de omzetbelasting (OB). OB was 1997 gesteld te zijn de voorloper op BTW, omdat BTW meer tijd zou vergen. “OB was goed. 20 jaar geleden was het goed. Heel wat ontwikkelingen die maken om richting BTW te kijken. BTW biedt meer voordelen dan OB. Het is eenmalig. BTW kun je meermalig heffen. Het is rechtvaardiger”, stelt de directeur. Volgens May heeft BTW een breder vlak van heffing. De informele sector komt hierdoor, volgens zijn statement, in de formele sector. OB heeft een positieve lijst. Alleen ondernemers die op de lijst voorkwamen, worden momenteel belast. De rest die niet geregistreerd staat, is onbelast. Hoofdregel bij BTW is dat alle ondernemers worden belast. Behalve degen die expliciet bij wet worden uitgezonderd (negatieve lijst).
Van informeel naar formeel
“Mensen zeggen ‘weer een nieuwe belasting, dus we gaan meer moeten betalen voor de prijzen in de winkels’. Nee, dat is het niet. Wij proberen juist dat stukje verhoging weg te werken. Je gaat natuurlijk ondernemers krijgen die misbruik maken van de gelegenheid. Daar is een stukje werk weggelegd voor de economische controledienst”, meent May. “We hebben jarenlang problemen gehad met de informele sector. De BTW gaat ons helpen om eruit te komen. Er zijn nog meer zaken die wij gaan aanpakken om de informele sector (die steeds groter wordt) aan te pakken.” May zegt dit aan de hand van cijfers die hij ter beschikking heeft. Zaken als smokkel, grijs/zwarthandel zijn zaken die welig tieren. Daar moet er een halt aan komen.
Heffing
Er is nog geen percentage/tarief voor de BTW vastgesteld. Volgens de initiatiefwet zal het komen te staan op 17%. Daar moet het parlement zich nog over beraden en besluiten over nemen. In de regio is gangbaar BTW tussen de 7.5% en 17.5 % te heffen. Hier zal de Belastingdienst volgens May niet van afwijken. “Als wij dat percentage gaan vaststellen, zullen wij daarmee rekening houden. De verlichting van loon- en inkomstenbelasting zal ook rond dat percentage zijn. Niet meer of niet minder. Dat is ook iets dat afhangt van de minister van Financiën. Wat wil hij? Dat stukje moeten wij nog ingevuld krijgen”, zegt de belastingtopman.
Vooruitzichten?
May verwacht dat zoals in andere landen het geval is, BTW 2 tot 3 maal meer zal opleveren dan de Staat nu verdient aan OB. “Als wij per jaar zo ongeveer SRD 600 miljoen OB naar binnen krijgen, dan kunt u 2.5 maal 600 berekenen. Dan zitten wij op SRD 1.5 miljard. Daar zal de minister van Financiën erg blij mee zijn, denk ik”, zegt May.
Wat heeft de fiscus al gedaan?
Er zijn workshops gehouden met vertegenwoordigers van werkgeversorganisatie, werknemersorganisaties en overheidsdiensten. De raad van ministers en de financiële commissie van het kabinet van de president zijn geïnformeerd. Vandaag maakt de dienst een aanvang met de informatievoorziening aan de Assemblee. Er liggen nog verzoeken bij de fiscus op tafel voor meer informatie. Ook dat zal de fiscus trachten op te pakken.
Over BTW
De BTW beoogt de consumptieve besteding van goederen en diensten te belasten. BTW wordt niet rechtstreeks van consumenten maar op indirecte wijze van ondernemers geheven. De indirecte heffingswijze beperkt het aantal belastingplichtigen ook aanzienlijk. Het drukt op de belaste goederen en diensten die hier te lande door particuliere consumenten worden verbruikt. Er vindt een heffing bij invoer plaats, terwijl het tarief bij uitvoer 0% bedraagt. Aan een BTW als algemene verbruiksbelasting zijn normaliter de volgende prestaties onderworpen: levering van goederen, verrichten van diensten en invoer van goederen. Personen met lage inkomens betalen naar verhouding meer BTW dan die met hoge inkomens. Dit kan worden afgezwakt door te voorzien in een vrijstellingenregime voor goederen en diensten in de eerste levensbehoeftensfeer of onderscheid te maken in tarieven. Via een passend regime van vrijstellingen kunnen goederen en diensten in de eerste levensbehoeftensfeer buiten de heffing van de BTW te houden. Door de verstoring die plaatsvindt, is een uitgebreid vrijstellingenregime echter niet wenselijk. De fiscus hoopt de wetgeving zo gauw als mogelijk rond te hebben.
Kavish Ganesh
