Suriname heeft de achterstallige contributie bij de Verenigde Naties (VN) betaald. Dit meldt VN-secretaris-generaal António Guterres in een brief op 16 februari 2018 aan de voorzitter van de Algemene Vergadering. Het land was op basis van artikel 19 van het VN-verdrag haar stemrecht kwijtgeraakt, omdat zij samen met nog 11 andere landen al langer dan 2 jaren verzuimd had de contributies over te maken. Samen met Suriname heeft ook Grenada zijn achterstallige contributies ingelopen. In reële termen hebben beide landen de gevolgen van het stemverlies niet kunnen voelen, omdat de eerste stemmogelijkheid pas in juni 2018 is. De kritiek de afgelopen dagen zowel nationaal als internationaal richting de Surinaamse regering is niet mals geweest. Het land moest minstens USD 117.402 betalen om haar stemrecht terug te krijgen. In totaal moet het land ruim 800.000 US dollar aan achterstallige contributiegelden betalen. De overige 10 landen die nog steeds geen stemrecht hebben, zijn Centraal Afrikaanse Republiek, Dominica, Equatoriaal Guinee, Venezuela en Jemen. Vier landen krijgen dispensatie, omdat ze geen schuld hadden aan het niet kunnen betalen van de contributies. Het zou gaan om de Comoren, Guinee-Bissau, Sao Tome en Principe en Somalië.
FR