Politiek analist Hardeo Ramadhin geeft in gesprek met Dagblad Suriname te kennen dat de knoeierij bij verkiezingen al plaatsvindt bij de indiening van de kiezerslijsten op het Centraal Hoofdstembureau (CHS). Hij geeft aan dat het bij een verkiezing een feit is dat de deelnemende politieke partijen hun kiezerslijsten hebben ingediend, anders zouden zij onmogelijk kunnen deelnemen aan de verkiezingen. Volgens de regeling moet elk politieke partij tenminste 1 procent van het aantal geregistreerde kiezers als lid achter zich hebben. Als voorbeeld neemt oud-districtscommissaris Ramadhin het cijfermateriaal van de laatstgehouden verkiezingen in Paramaribo. Hij kiest voor Paramaribo, omdat de kleine politieke partijen altijd met de verkiezingen deelnemen in Paramaribo. Afhankelijk van hun grootte en sterkte nemen ze ook deel in een aantal andere districten. In 2015 bedroeg het aantal geregistreerde kiezers in Paramaribo 158.833 en 1 procent hiervan komt uit op 1.588. Dus bij de registratie op het hoofdstembureau hebben alle politieke partijen aangetoond dat zij een ledenbestand van 1.588 of meer hebben. Maar na de verkiezing blijkt dat bepaalde politieke partijen, indien men hun ledental van 1.588 of meer moet geloven, heel bedrogen uit de bus zijn gekomen. Als voorbeeld noemt Ramadhin de behaalde stemmen van bepaalde politieke partijen in 2015 in Paramaribo. DA91 behaalde 1.020 stemmen, de BEP eindigde met 1.424 stemmen en de SPA met 476 stemmen. De DRS eindigde met 501 stemmen, de NOP met 115 stemmen, de APS met 330, de Ping met 130 stemmen en de Palu behaalde 1.000 stemmen. Na de verkiezingen blijkt dus dat deze partijen niet eens het minimum van hun geregistreerde kiezers aan stemmen hebben gehaald. Deze ontwikkeling binnen de Surinaamse politieke arena vindt Ramadhin zeer bedroevend. En bij de voorgaande verkiezingen was ook sprake van deze tendens.
Ramadhin vermeldt er ook cynisch bij dat het aantal stemmen van al de politieke partijen in Paramaribo ‘die hebben geknoeid met hun ledental’ bij lange na niet voldoende was om landelijk een zetel te behalen. De politiek-analist zegt met klem dat al de politieke partijen eerlijkheid en transparantie propageren. Maar hij plaatst grote vraagtekens of er daadwerkelijk sprake is van eerlijkheid bij de indiening van de kiezerslijsten, vooral wanneer het aantal geregistreerde ledental van 1.588 of meer onder de loep wordt genomen. ‘In de politiek gaat het om eerlijkheid. Maar wat doen die mannen? Ze nemen gegevens van oude kiezerslijsten over.’ Ramadhin betreurt het dat het controlemechanisme die moet nagaan of het ledenbestand op waarheid berust, zoek is.
Volgens artikel 53 lid 1 van de grondwet mag elke burger een politieke partij oprichten. Dit artikel zegt dat de Staat de bevoegdheid van burgers erkent om politieke organisaties op te richten behoudens de beperkingen die uit het recht voortvloeien. De 1 procent-regeling valt onder het laatste gedeelte van het artikel.
Ramadhin zegt verder dat behalve de knoeierij met kiezerslijsten, politici geboren bedriegers kunnen zijn en hun rol bijzonder goed weten te vertolken. Opmerkelijk is dat deze personen die hun voorkeursstemmen niet behalen, over de ruggen van de overige politieke partners gekozen worden en hun eigen partij notabene op zeer bedrieglijke wijze vaarwel zeggen. ‘Na de verkiezing beginnen zij een andere taal te praten, hoe slecht hun voorzitter is.’ Ramadhin brengt hier in herinnering dat deze personen niet alleen hun politieke partij, maar ook de kiezers hebben bedrogen. De personen die dergelijke bedrieglijke gedragingen na de verkiezing van 2015 hebben vertoond, zijn Celsius Waterberg van de BEP en Diepak Chitan en Raymond Sapoen van de PL.
Asha Gajadien-Bhagwat