Een groot deel van de verhitte bus- en boothouders van het schoolvervoer, die op 5 januari het werk hadden neergelegd, hebben op maandag hun werkzaamheden hervat. Deze abrupte verandering is niet de uitkomst van een formidabele onderhandeling vanuit de zijde van de ad interim minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Patrick Pengel, maar van dreigementen die geuit zijn naar deze dienstverleners toe. Dit verneemt Dagblad Suriname van een boothouder van het schoolvervoer. Uit het onderhoud op zondagavond, tussen het bestuur van de Organisatie van Bus- en Boothouders in Suriname (OBS) en de minister is er een akkoord bereikt over de uitbetaling van de bezoldiging op basis van het oud tarief. Na afloop van de meeting deelde de minister dit mee via een perscommuniqué. De uitbetaling heeft zoals afgesproken ook voortgang gevonden op maandag, maar de verwerking hiervan is pas op dinsdag zichtbaar. Dit betekent dat een deel van de bus- en boothouders problemen hadden met het voorschieten van de vervoerskosten. Hoe groot deze groep is, is onduidelijk. De volle bezetting van het schoolvervoer is vanaf dinsdag wel verwachtbaar. Opmerkelijk in deze is het wederom uitblijven van de loonsverhoging van 40% met terugwerkende kracht (twk). Het is de derde keer dat zo een uitstel heeft plaatsgevonden. Desalniettemin is de rust binnen OBS teruggekeerd. Volgens de boothouder werd er bedreigd met het inzetten van andere bussen en boten om de leerlingen en leraren die afhankelijk zijn van het schoolvervoer te vervoeren, wat op een broodverlies aanduidt. Dit heeft geleid tot het oppakken van de werkzaamheden. Bij voorgaande stakingen waren dergelijke dreigementen eveneens geuit, voegt de boothouder toe. Of de loonsverhoging daadwerkelijk binnen afzienbare tijd uitgevoerd zal worden, is nog onduidelijk. Het onderhoud ten aanzien hiervan wordt op donderdag aanstaande gecontinueerd.
KSR
